Deze achtkante molen van het Zeeuwse type stond op een voormalige dijk (ca. 4 m hoog) aan de westrand van het dorp. Vanaf de bouw in 1736 was de molen eigendom van de gemeente Arnemuiden, die de molen verpachtte en daarvoor jaarlijks 168 gulden accijns ontving. In 1778 werd de molen verkocht aan P. Adriaanse en in 1806 aan A. Adriaanse.

19-05-1846: de Groninger Courant
Men meldt ons uit Arnemuiden, dat aldaar gisteravond een treffend ongeluk heeft plaatsgehad, dat wel tot waarschuwing van anderen moge strekken. Jannetje Blaase, 31 jaren, voor hare ouders het meel van de molen afhalende, ging een verkeerd hek binnen, en daar de molen maalde, trof haar een slag van een der wieken, welke haar het hoofd deerlijk misvormde en een onmiddellijke dood ten gevolge had. Daar ook een dergelijk geval ten voorleden jaren heeft plaats gehad (hoezeer dan niet met de dood gepaard gegaan), ware het te wenschen dat vanwege de regering middelen wierden voorgeschreven dat het niet toegankelijke hek mogt worden toegesloten. Men moet hierbij nog melden, dat die ongelukkige niet wel bij haar verstand was, waaraan dan ook deze onvoorzigtigheid niet minder is te wijten.

Het slachtoffer, Jannetje Blaasse, geboren te Arnemuiden op 18-03-1815 overleed op 12 mei 1846 om 17.00 uur (Overlijdens- en geboorte akte – Open archief / Zeeuws archief)
Ingezonden door Caroline Schaeffer, 16 mei 2021

03-04-1858: Zierikzeesche Nieuwsbode 

Vanaf heden of met Mei een aankomend Molenknecht benoodigd, bij KESTELOO, te Arnemuiden, brieven franco.

Vanaf 1929 tot 1965 maalde de familie Meulenberg op windkracht granen met een koppel 16der blauwe en een koppel 17der kunst- en blauwe stenen. De maalinrichting omvatte verder ook een buil met 6 pk elektromotor op de parterre en een mengmachine op de begane grond. Daarnaast stond in de nabijgelegen machinekamer een 30 pk ruwoliemotor, die via een drijfriem door een tunnel de maalmachines via het spoorwiel kon aandrijven. Van de begane grond naar de eerste van de twee verdiepingen was er een elevator. Voordat Meulenberg de molen kocht, werd er, zeker tot in de Eerste Wereldoorlog, ook nog veel gepeld. De binnenroede werd in 1949 van een Fauël fokwiek met remkleppen voorzien; de 'Nooit Gedacht' was daarmee één van de eerste van Zeeland.

In de nacht van 24 op 25 juni 1977 verbrandde de molen, de oorzaak is niet achterhaald. De molenromp stortte daarbij volledig in.
In 1981 werd de molen herbouwd met gebruik van een sloopmolen uit het Duitse Grossheide (O.Frl.). Van de oude molen was alleen het kruirad nog bruikbaar en dat werd opnieuw geplaatst.