- bouwjaar
- herbouwd
- 1971
- bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
- molenmaker
- ? (1847) P. van Beek, Rijnsaterwoude (1971)
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De gemeente Middelburg is eigenaar sinds 1956; daarvoor was dat J. Lievense.
- geschiedenis
-
De molen werd, zoals op de vroegere bovenas te lezen was, gesticht door A. Machielse en diens zoon. In 1888, bijna 40 jaar later, kreeg de weduwe E.J. Kruyse-Machielse de molen toebedeeld en verkocht deze in 1905 aan de weduwe J.M. Lievense-Engelvaart. Die laatste dame was niet bepaald onbekend met molens: zij was afkomstig uit Nieuw-Vossemeer en eigenaresse geweest van de molen "Assumburg" aldaar.
Van 1934 tot 1956 maalde J. Lievense hier; daarna was dit Krijn 'Krien' Zandburg. Hij werkte met twee koppel 17der kunst- en een koppel 17der blauwe stenen. Verder waren op de eerste zolder een buil, een mengmachine en een graanreiniger aanwezig. In geval van te weinig wind was er een hulpmotor van 30 pk. Deze motor hoefde overigens maar weinig te worden gebruikt, want de molen draaide zeer licht. Om die reden is er ook nooit een wiekverbetering aangebracht.
Na de aankoop door de gemeente volgde in 1959 een flinke herstelbeurt door de Limburgse molenmaker Beijk: een nieuwe stelling en uitvoerige werkzaamheden aan kap en vang. Al eerder, 1951, had Beijk kleiner onderhoud verricht.
Helaas brandde de molen in de nacht van 26 op 27 augustus 1964 uit. Oorzaak is waarschijnlijk het warmlopen van de taats in de donsbalk onder de koningspil geweest. Voor de molen betekende dit het voorlopige einde: gaandewerk, maalstenen, zolders en balklagen waren verwoest, eigenlijk waren alleen de stenen romp en de stelling overgebleven.
Geruime tijd heeft de molen uitgebrand (en geconsolideerd) gestaan. De gemeente Middelburg, eigenaar sinds 1956, liet de molen in 1971 restaureren. Het werd alleen een uitwendige restauratie, zodat de molen van buiten weer geheel compleet was en ook draaivaardig werd; herstel van het binnenwerk bleef achterwege.
Bovenwiel en vang zijn afkomstig van de in 1961 afgebroken Achterste Molen van de polder Lopik, Lopikerkapel en Zevenhoven onder Cabauw (Ut.). Niet uit die laatste molen afkomstig is de bovenas, zo kwam pas rond 2020 aan het licht: in de 'Ons Genoegen' bevindt zich de PvO 1434, gegoten in 1894. Die as zat tot 1963 in de molen van de Zandjerpolder te Schildwolde (Gr.).
Met die wetenschap kunnen wij ons wél afvragen: waar is in 1961 de bovenas van de Kademolen te Cabauw gebleven?
In 1999 kreeg de molen een nieuw gevlucht en in 2001 een nieuwe stelling. De molen wordt geregeld aan het draaien gebracht.