bouwjaar
1861 verbrand, herbouwd
verdwenen
geschiedenis
Doordat er eerst voor eigen gebruik veen gewonnen werd en later op grotere schaal, ontstonden er sinds de 16e eeuw grote veenplassen rond Pijnacker.

De Oude Polder van Pijnacker werd vóór de droogmakingen van 1761 tot 1789 bemalen door vier molens, te weten de Noordmolen, de Noorddammolen, de Zuiddammolen en de Zuidmolen.
De molens stonden in de omgeving van de schutsluis (Het Verlaat). Zij maalden uit op de Pijnackersche vaart.

Op het oorspronkelijk grondgebied van de Oude Polder van Pijnacker bevinden zich drie droogmakerijen. Twee van deze droogmakerijen kregen een eigen bestuur en reglement en vormden zelfstandige polders.

De 1e droogmakerij werd in 1789 voltooid en kreeg de naam Nieuwe of Drooggemaakte Polder.
De 2e droogmakerij dateert van omstreeks 1861 en kreeg de naam Droogmaking in de Oude Polder van Pijnacker.
De 3e droogmakerij omvat circa 12 hectare en staat bekend onder meerdere namen. Bekend zijn Vlielandse plas of 'De Kleine Plas', 'Het Poldertje van Buijsen' en de 'Plas van Legner'. Deze droogmaking, die omstreeks 1867 werd gerealiseerd bleef deel uitmaken van de Oude Polder.

De Nieuwe of Drooggemaakte Polder (496 ha.) had vier molens in getrapte bemaling: een ondermolen, twee middelmolens en een bovenmolen. Ze werden allen na 1915 gesloopt en vervangen door twee elektrische gemalen

De bemaling van de polder bestond in 1789 uit vier droogmakerijmolens, genummerd 1 tot en met 4.
Molen nummer 1 ook wel bovenmolen genoemd, stond aan de Rijskade en behoorde vóór de
droogmaking tot de Oude Polder van Pijnacker en had toen de naam Noordmolen.
Molen nummer 2 stond in de zuidelijke hoek van het blok Helpolder bij de Rijskade.
Molen nummer 3 stond aan de zuidoostelijke rand van het blok Voor-Nieuwkoop.
Molen nummer 4, ook wel benedenmolen genoemd stond in het blok Achter-Nieuwkoop op ongeveer 110 meter ten noordwesten van de Katwijkseweg en op 500 meter ten noordoosten van de Nieuwkoopsche weg.
-----

Eén van de laatste molenaars van deze molen was mijn betovergrootvader Leendert van der Toolen. Hij staat op de foto samen met zijn broer Pieter.
De vrouwen op de foto zijn of hun vrouwen of hun zussen. Dit hangt af van wanneer de foto is gemaakt.
Bron: ?
-----

De Benedenmolen verbrandde op 21 juni 1861 (bron: NRC, 24 juni 1861).
De verzekerde waarde bedroeg ƒ 12.627 (bron: Brandwaarborgmaatschappij).
De molen werd herbouwd door het timmermansbedrijf van Cornelis de Graaf uit Oude Leede, zie Tenbruggencatenummer 03937 k (bron: "Oude Leede een buurtschap".