Vanwege de monopoliepositie die de molenaars van de Westmolen en de Oostmolen hadden, verleende Filips II de gemeente Rhenen op 22 september 1571 vergunning om een eigen korenmolen te bouwen. Voor de financiering was een geldlening nodig.
Dit werd een banmolen: nieuwe poorters moesten vanaf 1581 zweren dat ze alleen hier hun graan zouden laten malen, en dat gold automatisch ook voor hun afstammelingen.
Later kwam de molen echter in particuliere handen, op 15 april 1764 verkocht een particulier de molen aan een andere particulier.
Uit 1808 is een vermelding van de naam Binnenmolen bekend.
Bron: "De stad Rhenen", hoofdstuk "Molens", Prof. Dr. W. van Iterson, 1960. Verzameling H. van der Kaay.
-----
Deze molen, die al eeuwenlang op deze plek stond op de noordelijke stadsmuur, werd vervangen door de huidige Binnenmolen (Utr 26).
In de huidige binnenmolen zijn nog diverse onderdelen van deze standerdmolen terug te vinden als zolderbalken.