trivia
Warnard Griffioen, geboren te Nieuwer-Amstel op 10 juli 1867. Gehuwd op 18 dec. 1891 te Zegveld met Maria van de Panne, geboren circa 1866 te Zegveld.
Warnard Griffioen was molenaar. Naast de molen stond het molenaarshuisje waar Warnard Griffioen samen met vrouw Maria van der Panne en hun kinderen woonden.
-----

De Osdorperbovenpolder is uitgeveend tussen 1896 en 1920 en daarna weer voor agrarische doeleinden in gebruik genomen. Nabij de hoek van de Raasdorperweg staat op de dijk een wit huis, gebouwd voor de machinist van het gemaal, die tevens boer was. Dit huis is gebouwd op de plek waar tot 1920 de achtkante poldermolen van de Osdorper Bovenpolder stond. Deze werd toen vervangen door een motorgemaal, dat er nu nog staat. Aan de zijde van de Ringvaart zit nog een gevelsteen met de namen van het polderbestuur uit 1920.
Informatie bij de foto van gemaal en molen: Op de foto uit 1920 is het nieuwe gemaal te zien en de nog aanwezige molen. Dit is duidelijk dezelfde molen als afgebeeld en vermeld in het Geheugen van West. Hij stond dus niet bij de Osdorperweg, doch op de plek waar de Raasdorperweg bij de Ringvaart van de Haarlemmermeer komt. Waarschijnlijk is de molen kort daarna afgebroken. Het witte huis waar nu het fietspad langs de Ringvaart begint staat ongeveer op de plaats van de vroegere molen.

Informatie die is opgenomen in het in 2004 verschenen boekje 'Fietsen door Landelijk Osdorp'. Uitgave: Dorpsraad Sloten-Oud Osdorp, en te koop in de Molen van Sloten.
Erik Swierstra (Werkgroep Historie Sloten-Oud Osdorp), 30 januari 2006.
-----

Purmerender Courant 29 dec. 1886:
"De molenaar S. uit den Luttikerpolder nabij HALFWEG, wilde Vrijdag (24 December)avond omstreeks 10½ uur met zijn roeibootje van laatstgenoemde plaats naar huis terugkeeren. Al spoedig merkte hij dat hij niet te vast op de beenen stond en besloot daar het bootje door de trekking van de watermachine vanzelf ging, de riemen niet te gebruiken. Snel dreef het stroom af, tot de man eindelijk bemerkte dat hij de verkeerde richting opging. IJlings tracht hij "het roer recht te houden", doch "bons" daar stiet de boot tegen de palen der brug, de molenaar verliest zijn evenwicht en tuimelt over boord in het midden der diepe ringvaart van de Haarlemmermeer. De schrik had hem echter dermate ontnuchterd dat hij de rand van de boot wist te grijpen en aan de zijde der boot met deze snel voortdreef. Op zijn hulpgeroep staken een drietal mannen, waaronder den Rijksveldwachter C. Kooij van Houtrijk en Polanen, met een schuit van wal en smaakten de voldoening den drenkeling nog juist voor de schepraderen der watermachine te redden."
NB Welke polder met "Luttikerpolder" wordt bedoeld hebben wij niet kunnen achterhalen. Mogelijk werd de Osdorperbovenpolder bedoeld en was de schrijver in de war doordat die polder begrensd werd door de Luttikerdijk. Of misschien werd de Lutkemeerpolder bedoeld, die echter meteen vanaf de droogmaking in 1864 een stoomgemaal had.
Redactie.