De droogmaling van de Osdorperbovenpolder vond in 1570 plaats. De polder had echter drie eeuwen lang geen eigen bemaling. Het overtollige water werd via een duiker in de Osdorperweg in de Osdorperbinnenpolder (Tenbruggencatenummer 00805) geloosd. Rond 1864 kostte dat de polder jaarlijks ƒ 80.
Na vervening en afscheiding van een gedeelte van de polder, de zog. gronden van Raasdorp, die bij de Lutkemeerpolder werden gevoegd, werd in 1868 aan de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, juist bij het begin van de kade van de Lutkemeerpolder een vijzelmolen gebouwd. In 1889 werd aan de Osdorperbinnenpolder weer vergunning verleend, bij droogte water uit de Osdorperbovenpolder in te laten.
In de Mientekade lag een duiker om het water te ontvangen van de gronden van Halfweg (v.m. Polder Polanen, Tenbruggencatenummer 06653 y). Dat betrof in 1894 ongeveer 13 ha, en daar werd toen jaarlijks ƒ 125 voor betaald. In 1936 besloeg het poldertje Polanen 11.33.16 ha, en betaalde toen ƒ 226,63 per jaar voor de bemaling.
Het Gemeentelijk Energiebedrijf Sloten maakte in 1920 een eind aan het bestaan van deze molen. In het door dit bedrijf met het polderbestuur afgesloten contract tot levering van elektriciteit was de clausule opgenomen dat alle direkt of indirekt benodigde beweegkracht uitsluitend als elektriciteit van genoemd bedrijf mocht worden betrokken. Derhalve werd de molen vervangen door een gemaal met 60 pk draaistroomelektromotor met centrifugaalpomp, gelegen aan de Raasdorperweg bij de Ringvaart.
Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", tweede uitgaaf, Jhr. Mr. J.W.M. Schorer, 1894. Verzameling H. van der Kaay.
- "Poldermolens rond Amsterdam" door mr. J.H. van de Hoek Ostende in Jaarboek Amstelodamum 70 (1978).
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.