De Polder Willens behoorde met de Polder Stein (Tenbruggencatenummer 01795 bis c) tot het Land van Stein en Willens, maar werd wel vanaf het einde van de 15e eeuw afzonderlijk bemalen.

De molen aan de IJsseldijk sloeg uit op een voorboezem die door een sluis in de dijk op de Hollandse IJssel afwaterde.

In 1735 werd de afwatering verlegd naar de Breevaart, waarna de sluis in de IJsseldijk werd gesloopt.

In 1872 bestelde de polder Willens een bovenas bij de Prins van Oranje, na bij vier gieterijen prijsopgave te hebben gevraagd. Nadat de eerste gieting een fout bevatte, werd de as opnieuw gegoten en onder nr. 819 geleverd. Dit nummer komt overeen met het nummer van de as van de Rode Leeuw. 

In 1881 ging de polder over op stoombemaling. De molen bleef echter nog staan tot 1886, toen een begroting voor de afbraak werd opgesteld: In de begroting wordt geen melding gemaakt van een bovenas, zodat onduidelijk blijft wanneer de as beschikbaar kwam. Evenmin is bekend of de as rechtstreeks naar Gouda ging, maar dat ligt, ook gezien de afstand, wel voor de hand.

 
In 1881 werd de windbemaling vervangen door een stoomgemaal.

Bron: Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland, A. Bicker Caarten, 1990.
MHO