- bouwjaar
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- omwentelingen
- geschiedenis
-
Op 26 juli 1777 kreeg Johannes Knippenberg, waarschijnlijk wonend in Olst, toestemming om in Veessen een molen te bouwen. Tot die tijd zaten de Veessenaren en Vorchtenaren zonder molen, de dichtstbijzijnde molens stonden in Wijhe en Heerde.
Knippenberg bouwde de molen in 1779 en verkocht deze alweer op 1 januari 1780 aan Alexander Nienhuis. Diens zoon Jan erfde de molen. Jan Nienhuis overleed kinderloos in 1866 en uit zijn nalatenschap kocht Jan Langevoord de molen, waar zijn vader Lubbertus al vanaf 1850 pachter was.
In de nacht van 28 op 29 december 1914 liep de molen behoorlijke stormschade op. Aan te nemen is dat de vrijwel nieuwe Potroeden (deze moeten eerder datzelfde jaar gestoken zijn) dit hebben overleefd.
Naast deze windmolen is in 1888 een stoomgedreven malerij gebouwd met twee koppel stenen, vanouds “De Stoom” genaamd, en thans “De Stoom van Jan” naar Jan Langevoord, de laatste in 1996 overleden beroepsmolenaar. In deze malerij kon worden gemalen als de wind het liet afweten. De eerste steenleggers waren de reeds genoemde Lubbertus Langevoord en zijn echtgenote Hermina Westerhoff, grootouders van de laatste beroepsmolenaars, de broers Lubbertus 'Bats' (naar wie de molen is genoemd) en Jan (naar wie de Stoom is genoemd).
In 1908 is de stoomaandrijving vervangen door een gasmotor, gevoed door een houtgasgenerator. Deze motor is tijdens de Tweede Wereldoorlog verdwenen, dus na 1945 heeft De Stoom niet meer gedraaid, beter gezegd: kón niet meer draaien.
In het najaar van 2000 zette de molenstichting, met de aankoop van een antieke dieselmotor, een grote stap richting herstel. Na restauratie van het drijfwerk en installatie van een nieuw koppel stenen kon op 10 december 2005 weer worden gemalen met De Stoom.