bouwjaar
onderbouw deels 1729/1866
bestemming

Het malen van graan op professionele basis

molenmaker
Fa. ten Zijthoff, Deventer (1895)
voorganger
omwentelingen
eigendomshistorie

De Stichting IJssellandschap is eigenaar sinds 3 april 2019. Daarvoor was dat de Stichting de Olster Korenmolen.

geschiedenis

In 1729 werd op deze plek een pelmolen opgericht, die enkele jaren later werd uitgebreid tot pel- en oliemolen. Molenaar was toentertijd Antoni Knippenberg.

In 1866 werden molen en pakhuis getroffen door brand. Toenmalig eigenaar Jan Strunk liet het bedrijf herinrichten als stoomolieslagerij: de achtkante stenen onderbouw, die de brand had overleefd, werd voorzien van een dak en men bouwde een machine/ketelhuis met fabrieksschoorsteen en een grote opslagloods erbij.
Al in 1874 volgde opheffing van de olieslagerij: in de gebouwen werd een broodfabriek met eigen stoommeelfabriek gevestigd. Later kwam er in de grote loods nog een vleesfabriek bij, met voor de aandrijving van een worstmachine zelfs een rosmolen.

In 1894 kocht korenmolenaar Hooglucht uit Heino het inmiddels opnieuw leegstaande complex aan. In het volgende jaar bouwde molenmakerij Ten Zijthoff uit Deventer op het sinds 1866 onbezette onderachtkant een nieuwe windmolen en richtte die in als korenmolen.

In 1938 kwam de molen in de familie Bökkers. De eerste eigenaar/molenaar hier, van 1938 tot 1972, was J.F.A. (Johan) Bökkers. Deze maalde tot 1961 op windkracht; daarna ging dit niet meer, omdat de molen op diverse punten grondig hersteld moest worden. Enige jaren moest hierop worden gewacht, maar ondertussen werd er wel volop elektrisch gemalen. 

Bökkers liet de molen vervolgens met veel eigen inbreng restaureren. Zo financierde hij zijn aandeel in de restauratiekosten (10% van het totaal) door middel van zijn eigen AOW(!): maandelijks werd deze door hem afgestort bij de gemeente Olst, die dit had voorgefinancierd.
De in 1969 begonnen grote restauratie (al in datzelfde jaar kon de windkracht weer worden benut) had een opvallende gedaantewisseling tot gevolg: achtkant en kap werden met riet gedekt; vanaf de (her)bouw in 1895 was dit altijd dakleer geweest. In 1972 werd de molen opgeleverd.

Van 1972 tot 1980 was meester-molenaar Hendrik Bökkers (mede-oprichter van het Ambachtelijk korenmolenaarsgilde) eigenaar; daarna stond zijn broer Hans aan de maalbak.
In 1990 verkocht Hans Bökkers de molenaarswoning met ondergrond aan buurman Solvay, dit na een jaren lange bestuurlijke strijd in verband met de uitbreidingen van de fabriek in het uiterwaardengebied.
Verkoop van die woning betekende ook het vertrek van Bökkers, waardoor de molen tot stilstand kwam. Tot dat jaar werd volop gemalen voor warme bakkers. Eerder, in de vroege jaren '60, werd wekelijks voornamelijk rogge gebroken voor diverse broodfabriekjes in Deventer, Apeldoorn en Almelo.

In 1993 werd de molen gekocht door de Stichting Bökkers Mölle. Deze liet, met steun van overheid, bedrijfsleven en particulieren, de molen na drie jaar stilstand restaureren. Op 7 september 1996 kon de molen officieel in bedrijf worden gesteld.
Inmiddels is het machine/ketelhuis verdwenen. De grote loods is al sinds jaar en dag restaurant en de vroegere meelfabriek woonhuis en restaurantkeuken.

In 2004 bracht Groot Wesseldijk een geheel nieuwe stelling aan, in 2013 volgde een schilderbeurt, in 2015 is de ernstig verzwakte steenzoldervloer vervangen. In 2018 volgde uitgebreid herstel, deels vernieuwing, van de staart.

Begin 2017 stopte Bert van Rijswijk hier na jarenlange trouwe dienst als eerste molenaar. Ab de Graaff volgde hem, bijgestaan door anderen, op. Eind 2018 vertrok De Graaff naar de molen van Terwolde.
Begin april 2019 heeft men de molen verkocht aan de Stichting IJssellandschap. Vrijwel op hetzelfde moment werd de familie Bökkers hier huurder en zette zij het bedrijf (molen + bakkerij) hier voort.