Polder Oud- en Nieuw Engeland/ Lokkertschemolen/ De Lokhorstermolen.
De poldermolen bemaalde de polder Nieuw Engeland en sloeg uit op een omkade voorboezem, die via sluizen en geulen in de Oude Maas terecht kwam.

De molen werd genoemd naar de heerlijkheid Lokhorsterland.
Deze heerlijkheid werd ook wel de polder Oud- en Nieuw Engeland genoemd.
Het gebied was in het bezit van de dichter Kornelis Boon van Engeland en werd in de 19e eeuw overgenomen door de stad Schiedam.

De laatste molenaar was J. v.d. Berg die vanaf 1932 molenaar was op deze molen.
Hij woonde in die tijd in het molenaarshuis dat vlakbij de molen stond.

De molen deed dienst tot 1939 en daarna nog enkele maanden in de hongerwinter 1944/1945, toen er geen elektriciteit beschikbaar was en het gemaal daardoor niet werkte.

Gewoond werd er in de molen in de periode 1802 tot 1907. Eén van de vroegere molenaars op deze molen was Schippers.

De Sloopvergunning is van 29 juni 1954. Vanwege oprukkende woningbouw (zie onderstaande foto) werd de molen in december 1954 gesloopt.
Roeden gingen in 1954 naar de grondzeiler-korenmolen te Zoutelande (Walcheren, Zeeland).
De molen had ongebruikelijk lange zwichtlatten (dwars over de laatste vijf heklatten, meeste molens in Nederland slechts over drie).

Eén van de molenaars die deze molen heeft bemalen is mijn overgrootvader geweest, hij was o.a. molenaar op de Lokkertschemolen.
Het betreft:
Pieter Arie Groeneweg, korenmolenaar, watermolenaar,
geb. Piershil 2 november 1841,
overl. Hoogvliet 19 april 1910,

tr. Hoogvliet 23 augustus 1872 Leentje Voogt,
geb. Hoogvliet 11 mei 1847,
overl. Hoogvliet 10 juni 1920.

Piet Groeneweg.