De molen werd in 1878 gebouwd in opdracht van de gebroeders Reynen, telgen uit een bekend molenaarsgeslacht. Het bovenwiel is ouder en zeer waarschijnlijk afkomstig uit een standerdmolen, vermoedelijk die van het Molengat te Mill. Die werd toentertijd afgebroken.

Tot 1935 bleef de molen in de familie Reynen. Toen kocht molenaarsknecht P.J. Vereijken, die hier toen al geruime tijd werkte, de molen. Vereijken moest aanzien dat zijn molen in het najaar van 1944 door oorlogsgeweld aan wiekenkruis en bovenas flink werd beschadigd.
De molen is evenwel daarna hersteld en Vereyken maalde door, tot in maart 1965 tijdens het malen de buitenroede brak.

In 1966/67 werd de molen, nog steeds onder dezelfde molenaar, maalvaardig gerestaureerd. Daarbij werden onderdelen gebruik van de in 1964 onttakelde molen van Beliën te Hamont (B).

Enige jaren na het overlijden van Vereijken (1978) werd de molen eigendom van de gemeente, waarna er herstel plaatsvond en de molen ook weer geregeld ging draaien, nu door vrijwillige molenaars. Later kwam daar ook malen bij.

Op 17 februari 2007 voltrok zich onderin de molen een vervelend ongeluk: tijdens graafwerkzaamheden stortte de inrijpoort gedeeltelijk in. De linkermuur verschoof en de dekplaat verzakte. Eén van de molenaars raakte hierbij gewond (maar hield daar gelukkig geen blijvend letsel aan over). In november 2007 werd begonnen met herstel. 

In 2012 gebeurde er iets opmerkelijks met beide Potroeden: Potroede 982, die in 1993 was gestreken en sindsdien los bij de molen werd bewaard, verkeerde nog in dusdanige staat dat besloten werd, deze te repareren en weer te steken. Dit ging ten koste van Potroede 1417: die werd als gevolg gestreken en ligt thans werkloos naast de molen. Beide roeden zijn, ook dat is bekend, derdehands maar hebben zonder al te veel problemen een zeer hoge leeftijd bereikt.