trivia

Uit de eerste helft van de negentiende eeuw zijn weinig gegevens te vinden over Hapse molens. Uit een verwijzing uit 1836 van de gemeente Haps blijkt, dat de weduwe van A. Arts toen een vergunning kreeg voor het uitoefenen van het beroep van pelmolenaarster.
Daarvoor lieten de Hapse inwoners hun koren (soms illegaal) alleen in de Millse en Beugense molen malen. Haps werd door de Cuijkse dwangmolen formeel verplicht alle koren bij de molenaar in Cuijk af te leveren. Uit een verklaring van de schepenen en regenten van het dorp Haps aan de Nassause Domeinraad in Den Haag uit 1705 komt naar voren, dat toen geen gebruik werd gemaakt van de Cuijkse molen.
Tijdens de periode van de Franse Revolutie (1789-1795) werd de maaldwang opgeheven. Dit had tot gevolg dat in het Land van Cuijk nieuwe molens verrezen. In het begin van de twintigste eeuw was er dan ook in Haps sprake van twee stoommeelfabrieken naast de al bestaande windmolens, de “Mariamolen” en de molen ”Weltevree”, aldus een publicatie van de Gemeente Cuijk en het Streekarchief Brabant Noordoost uit 2001.
Bron: bovengenoemd artikel.

-----

Op 22-03-1927 berichtte de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant het volgende:

Door een molenwiek getroffen. Gisteren-middag gebeurde te Haps een treurig ongeluk. Het oudste kindje van J. A. een 4-jarig knaapje, schijnt ongemerkt naar boven te zijn geklommen en is waarschijnlijk op de galerij door een molenwiek getroffen. Hevig bloedend aan zijn hoofdje werd de arme kleine onder den molen gevonden. De per telefoon ontboden geneesheer, die spoedig ter plaatse was, kon slechts den dood constateeren. De droefheid der ouders is onbeschrijfelijk.

Het slachtoffertje heette Johan Wilhelmus Maria Arts, geboren te Haps op 02-10-1923, overleden op 21-03-1927 (Overlijdens- en geboorte akte – Open archief/BHIC)

Ingezonden door Caroline Schaeffer, 16 juni 2021