De verdwenen stenen bergmolen beheerste samen met de nog aanwezige andere bergmolen De Korenbloem op markante wijze het dorpsbeeld.

De Gelderlander, 3 juni 1888:
1. Een goed beklanten voor eenige jaren nieuw gebouwden en op een der gunstigste punten in een dicht nabij het dorp aan den grooten weg van Mill naar Grave, staanden
STEENEN WINDKORENMOLEN
met ERF, samen groot 11 aren, Sectie G. No. 243.
2. Een HUIS, waarin bakkerij en winkelnering wordt uitgeoefend met SCHUUR, STAL, ERF en TUINEN,
gelegen in de kom nabij de kerk, samen groot 10 a.90c. Sectie G. 225, 238 en 239.
De MOLEN bevat 2 KOPPELSTEENEN, benevens hetgeen verder tot het drijven der zaak betrekking heeft.

Op 12-04-1913 berichtte de Nieuwe Rotterdamsche Courant het volgende:
De zoon van den molenaar Reynen, te Mill, die Woensdag in den molen van den tweeden op den eersten zolder gevallen was, is gisteren, zonder bij kennis te zijn gekomen, overleden.

Het slachtoffer was de 26-jarige Gerardus Christianus Reijnen, geboren te Mill op 04-07-1886. Hij overleed op 09-04-1913 om 14.30 uur (Overlijdens- en geboorte akte – Open archief / BHIC)
Ingezonden door Caroline Schaeffer, 3 juni 2021




In 1940 toen Jan Reynen eigenaar was, liep de molen zware oorlogsschade op. Huzaren en motorrijders onder overste Mathon, een der best uitgeruste en geoefende onderdelen van het toenmalige Nederlandse leger, boden de invallende Duitse troepen op 10-11 mei 1940 hevig tegenstand waardoor Mill en de molens nogal schade leden.

Bij een restauratie werden tevens Van Bussel-stroomlijnwieken aangebracht.

In 1950 gaf molenaar/eigenaar Jacobus, beter bekend als Koos Reynen de voorkeur aan om de aardige molen te laten afbreken. Vrijgekomen onderdelen werden gebruikt voor het herstel van molen 'De Brak' te Sluis (Zeeuws-Vlaanderen).