bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis

Molenaar tot 1862 was Carolus Couwenberg. Sinds 1862 was Petrus Smoor molenaar.
In 1889 schakelde de molenaar over op stoom.
In 1902 overleed Smoor, en zijn zoon Adrianus Willem volgde hem op.
Omstreeks 1920 werd de molen verkocht aan P. van Meel, die hem in de jaren dertig afbrak.
Bron: onbekend.
-----

Na de inpolderingen van Heerjansland werd de molen van Kuivezand verplaatst naar het Moleneind. Op de nieuwe locatie kwam er een stenen onderbouw, toen dus een gesloten standaardmolen.

In de Franse tijd kocht de familie Couwenberg de molen, die was toen geen banmolen meer.

In 1889 werd bij de molen van P. Smoor een 8 pk stoomgraanmolen gebouwd, in 1913 vervangen door een 20 pk Thomassen zuiggasmotor. Deze machines kwamen met de maalstoel in een loods aan de overzijde van de straat naast de Steenstraat.

De molen werd in 1930 afgebroken. De motorische maalderij bleef langer in bedrijf, zie Tenbruggencatenummer 17161.

Bron: "Over de molens in Oud Gastel", art. door P. Peeters in Jaarboek Heemkundekring het land van Gastel 1985, blz. 29-45.
H. van der Kaay, 21 aug. 2014.

Noordelijk naast de molen was volgens het kadaster van 1832 een rosmolen.
-----

De molen van Smoor werd in februari/maart 1928 afgebroken (zoals Ten Bruggencate ook vermeldt). In de krant De Grondwet van 2 maart 1928 wordt de zojuist voltooide afbraak van de molen vermeld.
Erwin Esselink, 1 dec. 2017.