De molen werd in 1800 gebouwd en was het eigendom van de gemeente Ginneken. In 1871 werd de molen verkocht, getuige de volgende verkoopadvertentie in dagblad "De Grondwet":
De afbraak van de molen vond plaats in 1928.
Informatie ingezonden door Ton Meesters
Artikel van 14 augustus 1827:
Burgemeester en Assessoren der Gemeente van Ginneken en Bavel, als daartoe door den Raad dier gemeente geautoriseerd, zullen, onder nadere approbatie van Hun Edel Groot Achtbare de heeren Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Brabant, op Vrijdag den 31 Augustus 1827, des voormiddags ten tien uren, op het Raadhuis te Ginneken, voor den tijd van zes achtereenvolgende jaren, ingaande den 1 Januarij 1828 en eindigende met 31 December 1835, publiek verpachten:
Den Steenen Wind-, Koren-, Boekweit-, en Moutmolen, genaamd het Fortuin, met de daarbij behoorende Huizinge, Stallinge en Erve, gestaan en gelegen te Ginneken, omtrent de Kuip van het Dorp.
Liggende Konditien van gezegde verpachting, dagelijks, de Zon- en Feestdagen uitgezonderd, des voormiddags van 9 tot 12 uren, ter Secretarie van gemelde Gemeente, voor een ieder te lezen.
Ginneken, den 7 Augustus 1827.
Burgemeester en Assesoren voornoemd Middelaer, vt.
Ter ordonnantie van dezelve, De Secretaries, C. Peypers. -----
Openbare Verkoop van den wind-koren-boekweit en moutmolen met al het gaande en draaijende werk benevens het daarbij behoorende molenhuis met paardenstal en erven tsamen groot 27 are en 32 centi are staande en gelegen aan den straatweg te Ginneken. De verkoop zou gehouden worden door de te Ginneken gevestigde Notaris Jonckheer ten verzoeken van het gemeente-bestuur van Ginneken en Bavel bij inzet op donderdag 4 januari 1872 des namiddags 5 ure ter herberge van J.P. van Nooten in het dorp Ginneken en bij toewijzging den 18 diezelfde maand mede 5 ure ter herberge van Adriaen Alamings. In gebruik te aanvaarden 1 januari 1873. Informatie ingezonden door Ton Meesters.