bouwjaar
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

molenmaker
Wijnveen, Voorthuizen (1894)
voorganger
omwentelingen
geschiedenis

Deze achtkante molen is opvolger van een op 17 maart 1893 afgebrande standerdmolen.

Over de herkomst van de huidige molen heeft lang onzekerheid bestaan: overduidelijk was dit een verplaatste molen, maar het verhaal dat het om een Zaanse molen ging was, gezien de constructie, uitgesloten! 
Onderzoek door molenkenner J.S. Bakker bracht dé uitkomst: deze molen was oorspronkelijk poldermolen in Wateringen, namelijk ondermolen van de in 1847 gebouwde driegang van de Nieuw Wateringveldsche polder. De nog bestaande beltkorenmolen Maria-Antoinette te Deurne (NB), voormalige middenmolen van dezelfde gang, lijkt inwendig inderdaad sprekend op De Hoop...! 
Die verwarring over die 'Zaanse' herkomst heeft een oorzaak: de molen werd te Wateringen afgebroken en vervolgens aan Elspeet verkocht door de bekende (Oost-)Zaanse slopersfirma De Boer. Van veel meer bestaande en verdwenen Nederlandse molens is daarom ten onrechte beweerd dat het verplaatste Zaanse molens zouden zijn.
Daarmee is het verhaal over het bouwjaar in Elspeet nog niet af: dat moet haast wel 1894 zijn (vaak werd en wordt '1897' gemeld); ten eerste omdat archiefstukken van het waterschap te Wateringen daarop wijzen; ten tweede omdat het onlogisch is dat men in Elspeet het drie jaar zónder molen had kunnen stellen (en de molenaar zonder klanten...). 

Vergeleken met de situatie te Wateringen is de huidige molen qua verhoudingen wel veranderd: het ondertafelement staat nu ter hoogte van de molenbelt; op de oude locatie stond dit bovenop stenen veldmuren. De vlucht in Elspeet is ook aanzienlijk korter dan destijds in Wateringen. Let wel, dit alles in schril contrast met het 'zusje' te Deurne: dat heeft veel duidelijker de Zuid-Hollandse proporties bewaard!
Hiermee is de geschiedenis van deze molen (en meteen van een andere molen) wat de redactie betreft helemaal verklaard.

De molen te Elspeet onderging in 1962 én in 1972 uitvoerige herstelbeurten, maar kwam na dat laatste jaar niet meer in bedrijf. Wél werd er nog gedraaid, maar dat werd geleidelijk minder. Omstreeks 1978 gebeurde dit voor het laatst.
De stilstand die daarop volgde leidde onmiskenbaar tot verval: eind 2008 stond de molen er met vrijwel kale roeden en een grotendeels afgebroken staart troosteloos bij; ook was de omgeving inmiddels behoorlijk dichtgegroeid. 

In het late najaar van 2009 werd besloten tot een algehele restauratie. Dit was een prima idee, maar vervolgens had men de pech, dat het bedrijf dat deze restauratie zou gaan uitvoeren, failliet ging. Er moest een andere molenmaker worden gezocht.

Op 3 november 2010 werd, nadat eerst beide roeden waren gestreken, de kap verwijderd. Deze verkeerde niet eens in heel slechte staat en werd daarom direct naast de molen hersteld. Daarna werd de molenbelt aangepakt: deze was in het verleden deels afgegraven en vervangen door een stelling en plaatselijk ook door aanbouwen. Thans is er weer een complete belt rondom de molen aanwezig. 

Eigenaren van deze molen:
J.J. Smink (1894 - 1919)
M. Smink (1919 - 1965)
J.J. Smink (1965 - 2006)
A. Beelen (2006 - 2023) 
Mw. J. Beelen (2023 - 2024)
Gerwin Hazeleger en Reyer Evers (2024 -      )