bouwjaar
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis

molenmaker
Antonius van Himbergen, Eindhoven (1891)
omwentelingen
geschiedenis

Op deze plaats stond in 1644 al een windmolen. In het artikel van Isfridus de Groot 'De watermolen van Venbergen en andere molens van Abdij Postel' (in Analecta Praemonstratensia, 1957, pag. 302-317) wordt deze molen niet vermeld. De molen van het nabijgelegen Bergeyk was wél van de Abdij van Postel.

De molen werd gebouwd nadat de voorganger, een standerdmolen, in 1889 afbrandde. De laatste molenaar van de standerdmolen hield wel van een borrel. Of dit de oorzaak was dat hij ernstig in het krijt stond bij graanhandelaar Goossens te Eindhoven is niet bekend, maar hij had geen geld om een nieuwe molen te bouwen. Daarop werd Goossens eigenaar van de grond, en die liet een stenen molen bouwen.
Reeds in 1892 kwam de molen in bezit van de familie Van Grootel (eerst, tot 1925, Willem van Grootel, daarna Leon van Grootel). In 1970 werd de gemeente eigenaar.
Harrie Wijnen, die later eigenaar zou worden van de molen op de Postakker in Eersel, heeft volgens mededeling hier als knecht gewerkt. Minstens zo belangrijk was Cor in 't Veld, pleegzoon van Leon van Grootel, die hier het molenaarsvak leerde en vele jaren zou malen, zowel toen de molen nog in bedrijf was als op vrijwillige basis, in de jaren '70 en '80.

De bouw van de molen komt overeen met die van een aantal molens rond Eindhoven uit dezelfde periode, onder andere de voormalige molen van Kuijken op het Loo in Bergeijk. De onderste lagen van het metselwerk zijn van afwijkende baksteen. Blijkbaar werd de molen gebouwd van 'Boomse' steen, terwijl de onderste lagen van veldovensteen zijn gemetseld. Het is mogelijk dat het fundament en een deel boven het maaiveld gemetseld werden van stenen van de penanten van de standerdmolen.
De houten as bestond uit vier segmenten. De askop is ongetwijfeld gegoten door Mercx in Tilburg; waarschijnlijk ná 1904.

In of kort na de Tweede Wereldoorlog werd een tweedehands Potroede gestoken, die feitelijk te groot was voor de askop. Om deze te kunnen plaatsen zou het wigschot tussen de ashuizen er uit zijn geslagen. Het kleine maar buitengewoon zware aswiel (bovenwiel) was volgens Cor in 't Veld afkomstig uit Duitsland.

In 1974/75 werd de molen gerestaureerd, na jaren van stilstand en verval en sindsdien weer geregeld in bedrijf, in combinatie met het naastgelegen bakkerijmuseum (zie de website van dit museum).