Het dorp Diessen heeft vroeger twee molens en een watermolen gehad.

In 1823 vroeg Cornelis van Gijsel toestemming om hier een molen te mogen bouwen,
van Gijsel was molenaar van de Voorste watermolen, een van de twee watermolens van Baarschot.
Omdat de gemeente geen toestemming wilde geven, ging van Gijsel in beroep bij Koning Willem I.
Hij won tenslotte de strijd en in 1827 stond de gemeente een stuk heide af. groot 16 roeden bij 55 ellen, voor 12 gulden.
In december 1863 werd Jan van Rijthoven er molenaar, die echter al na drie jaar overleed.
Franciscus Willems kwam op 9 april 1868 als vrijgezelle molenaarsknecht van Oisterwijk naar de windmolen van de weduwe van Rijthoven. Willems had in Oisterwijk gewerkt op de Kerkhovense molen.
Nadat de molen aan de weg naar Baarschot een stilstand had van zes jaren, liet de molenaar F.A. Willems , zoon van Franciscus Willems, de molen in 1942 opknappen en werd de molen voorzien van stroomlijnwieken, systeem Van Bussel.
Nadat de molen nog enige tijd met één roede had gemalen, werd hij tenslotte in 1953 onttakeld, waarna de romp overbleef. Frans Willems, die net als zijn vader 'den Huub' werd genoemd, emigreerde in 1955 naar Australie. De molenromp kwam toen in het bezit van Jan Kroot, landbouwer te Diessen, die de molenromp later doorverkocht aan een familie uit Den Haag.

De laatste molenaar was F.H.M. Willems.
-----

In de periode dat de molen van de heer J. Kroot was, werd de molen reeds onttakeld en gedeeltelijk afgebroken. Van het sloophout heeft hij een schuur op het land gebouwd, welke inmiddels is verdwenen.
In 1958 was de bovenste zolder er al af en had "het weer" vrij spel. Wat nog resteert zijn twee molenstenen.
Jan Kroot verkocht de molenromp aan de fam. Kokshoorn.
Th. W. Kokshoorn, 11 maart 2007.