bouwjaar
herbouwd
1945
bestemming

Bemalen van de polder Wogmeer, thans op vrijwillige basis

omwentelingen
geschiedenis

Molen Nieuw Leven is een in of kort na 1608 gebouwde achtkante binnenkruier. Hij bemaalde als benedengemaal van een tweetrapsbemaling de 680 ha. grote drooggemaakte polder De Wogmeer op een tussenboezem, de ringsloot. Deze wordt door een elektrisch gemaal weer afgemalen op de Vereenigde Raaksmaats- en Niedorperkoggeboezem.

Al in 1544 werd het gebied dat de huidige polders Hensbroek, Ursem en De Wogmeer omvat en dat vanouds één watergemeenschap vormde, bemalen op de Waard. Eind 16de eeuw waren er al plannen ontwikkeld om tot droogmaking van het Wogmeer te komen, maar deze kwamen niet tot uitvoering. Een nieuwe poging werd gedaan, waarvoor de Staten van Holland en West-Friesland bij octrooi van 8 november 1607 aan Jonkheer Jacob van Duivenvoorde, Heer van Obdam en Hensbroek en enige anderen vergunning verleende tot bedijking en droogmaking van het Wogmeer, in het octrooi ook Obdammermeer geheten. Naar aanleiding van de droogmaking scheidde Ursem zich als eerste van eerder genoemde watergemeenschap af. Voor de droogmaking, die in 1612 tot stand kwam, werden in totaal zes molens gebouwd, die in drie trappen het water uitmaalden op de Raaksmaatsboezem.
In de zuidwesthoek van de polder werd het water door vier scbepradmolens uit het Wogmeer in twee trappen uitgemalen op bet omringende polderwater van Hensbroek en Obdam. Het opgebrachte water werd door twee, voor rekening van de droogmaking, gebouwde schepradmolens, in feite dus bovenmolens van de Wogmeer, weer uitgemalen op de Raaksmaatsboezem. De boezem waarop de Wogmeer uitsloeg werd aanmerkelijk verkleind, toen in navolging van Ursem, in 1659 Obdam zicb afscheidde tot een geheel zelfstandige polder.
In 1675 liep als gevolg van een algehele overstroming van West-Friesland, vanwege een doorbraak van de zeedijk, ook de Wogmeer weer onder. Daarna brandde een van de watermolens af, waardoor de polder anderhalf jaar onder water bleef staan. Een tweede watermolen ging in 1764 verloren als gevolg van blikseminslag.
De oorspronkelijke bemalingsvorm bleef bestaan totdat omstreeks 1803 de molens werden vervijzeld, hetgeen tevens inhield dat van een drietrapsbemaling op een tweetrapsbemaling werd overgegaan. Daardoor werden twee molens overbodig en konden de noordelijke middelmolen en de zuidelijke ondermolen worden afgebroken. Eén van beide is verkocht aan de polder de Berkmeer, daar herbouwd en nog steeds aanwezig en in bedrijf.
De binnenboezem werd nog weer eens verkleind, toen na 1844 Hensbroek zich van de watergemeenschap met de ringsloot van de Wogmeer afscheidde. Daardoor werd de tussenboezem tussen de onder- en bovenmolens van de Wogmeer beperkt tot de eigen ringsloot rond deze polder en de aanvoertocht naar de bovenmolens.

In 1879 werd de bemaling ingrijpend gewijzigd en versterkt. De noordelijke bovenmolen en de zuidelijke ondermolen werden afgebroken en op hun plaats werd een stoomvijzelgemaal gebouwd. Beide gemalen werden in 1918 verbeterd, waarbij de stoommachines en vijzels werden vervangen door elektrisch aangedreven pompen. De beide overblijvende windmolens zijn hierna omstreeks 1921 buiten bedrijf gesteld; vermoedelijk vond de ontakeling in 1923 plaats. 

Als gevolg van de oorlogsomstandigheden werd in 1945 de ondermolen, deze molen dus, weer maalvaardig gemaakt met roeden, waarvan er één afkomstig was uit Strijkmolen L te Rustenburg en één welke vermoedelijk afkomstig was uit een van de strijkmolens achter Oudorp. Gedurende deze oorlog maalde de Wogmeer nu uit op de aangrenzende polder Hensbroek, die met zijn molen weer werd bemalen op de Raaksmaatsboezem, waardoor in feite de vroegere situatie weer tijdelijk was hersteld. De onttakelde bovenmolen die als woning werd gebruikt en geleidelijk aan in verval was geraakt, werd in mei 1946 geheel afgebroken.
In 1975 is het in verval geraakte benedengemaal gesloopt en is in de molen op de vijzel een elektromotor geplaatst als hulpkracht.

Het is niet onmogelijk dat bovenvermelde ondermolen, die voorheen misschien wat lager was geplaatst, in het kader van de vervijzeling door middel van een hogere stenen voet op ringdijkniveau is gebracht. Uit de plaatsing van de gebinten van het achtkant is de vroegere ondermolenfunctie nog af te leiden. De molen is uitgerust met een stalen vijzel, die bij de plaatsing van de elektrische hulpaandrijving in 1975, iets in diameter is verkleind.

In 1979/'80 is nagenoeg op de plaats van het vroegere benedengemaal een nieuw elektrisch vijzelgemaal geplaatst. De windmolen met hulpinstallatie is voorjaar 1980 buiten bedrijf gesteld en in datzelfde jaar overgedragen aan de Stichting De Westfriese Molen.
In 2005 werd de buitenroede vervangen. een jaar later brak de binnenroede (waarvan toen al bekend was dat die vervangen moest worden). Een nieuwe binnenroede werd in 2007 gestoken.