- bouwjaar
- herbouwd
- 1872
- bestemming
Bemalen van de polder Wijngaarden (ca. 500 ha.), thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- ?? (1513?) ?? (1625) A. Ooms (1872) Fa. De Gelder (2011)
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De SIMAV is eigenaar sinds 1 februari 2008; daarvoor was dat het Waterschap Rivierenland sinds 2005.
- geschiedenis
-
Van deze molen, die ver buiten het gebied dat hij bemaalt geplaatst is, de polder Wijngaarden, was het oorspronkelijke bouwjaar lange tijd niet bekend. Het jaar 1513 is wel genoemd, maar of dat inderdaad klopte... Wél was duidelijk, dat al zeer lang op deze plaats een (wip)molen moet hebben gestaan.
Pas in de 21ste eeuw werd meer bekend na onderzoek in de resolutiën van Holland en West-Friesland, horend bij 6 mei 1625 (Archief Dordrecht): "Die van Wijngaarden ende Ruychbroek in de Alblasserwaard is vergunt remisse van drie vierde ponden van de verponding voor het lopende jaar. Ten opsien sy onder water sitten ende mits het afbranden van haer moolen". Conclusie: de molen van deze polder is in 1625 afgebrand en moest als gevolg worden herbouwd (en de polder werd tijdelijk ontzien in het doen van afdrachten). Aan te nemen is dat de nieuwe molen nog in 1625 is opgeleverd.
In 1872 werd de molen, mogelijk dezelfde als die in 1625 moet zijn gebouwd, 1,30 m. 'gerezen': de veldmuren werden verhoogd, waardoor de vlucht flink groter werd (van 25,50 naar ruim 28 meter) en het vermogen aldus aanzienlijk kon toenemen. Uitvoerders waren A. Ooms, F. v.d. Burg en G. Nijhof.
Toen de molen werd verhoogd, waren uiteraard twee nieuwe roeden nodig en verkocht men de twee te kort geworden roeden. De pas zeven jaar oude binnenroe werd voor ƒ 200,-- verkocht aan A. in 't Veld, korenmolenaar te Schoonhoven. Met de buitenroede liep het slechter af: die viel tijdens het strijken uit de takels en brak. Deze werd voor ƒ 150,-- aan één van de aannemers verkocht.
Ook in de 20ste eeuw had de windbemaling het vertrouwen van de ingelanden: zo werd in januari 1927 besloten om niet samen te werken met de polder Zuidzijde inzake de stichting van een gemaal. Voorts nam het bestuur in november 1935 de beslissing, de molen te moderniseren met het systeem Dekker. Aan te nemen is, dat dit in 1936 is aangebracht.
In 1955 werd het scheprad vervangen door een vijzel, zij het dat voor de afvoer van het water de schepradwaterloop in gebruik bleef.
In 1965, na het breken van de buitenroede, werden de Dekkerwieken vervangen door fokken. Opmerkelijk is dat deze op één roede enkelstraals en op de andere dubbelstraals waren.
In januari 2011 zette men de molen stil vanwege een naderende grote restauratie. Met name het bovenhuis was aan groot herstel toe. Nadat eerder de roeden al waren kaalgezet, werd de molen op 26 januari geheel onttakeld; slechts de ondertoren bleef, voorzien van een noodkap, staan.
In de werkplaats van de fa. Gelder werden bovenhuis en koker, met behoud van enige oude onderdelen, vrijwel vernieuwd. De betimmering van de borst is bij dit grote herstel gewijzigd en meer in overeenstemming gebracht met de vroegere situatie.
In de vroege ochtend van 14 oktober 2011 werd dit bovenhuis weer op de ondertoren geplaatst. Ook bracht men die dag de staart aan en stak de binnenroede. Op 25 november 2011 volgde de (nieuwe) buitenroede. De fokken zijn thans alle vier enkelstraals.
De molen is zeer vaak voor de polderbemaling in bedrijf. Formeel op vrijwillige basis, maar in de praktijk volgens de molenaar "in de winter vrijwel iedere avond en op zaterdag".