De molen heeft dienst gedaan van 1820 tot 1868. Van 1868 tot 1878 nam het stoomgemaal 'Reinier Blok' de functe over van de molen. Dit gemaal had twee ijzeren schepraderen. In 1878 werd het gemaal verbouwd en werden de schepraderen vervangen door een kleine en een grote centrifugaalpomp. Dit gemaal had de kracht van 5 molens (104 pk). Het gemaal deed dienst tot 1924 waarna in 1924 een dieselgemaal werd gebouwd.
Aanbesteed 7 juli 1819
In 1878 verviel de boezem.
Door bochtafsnijding en grenswijziging bevindt de molenplaats zich nu in de Hollandse IJssel, eigenlijk gemeente Capelle aan den IJssel.
Het scheprad van deze molen is tussen 1868 en 1878 hergebruikt in het bovengemaal Reinier Blok. In 1878 werd het gemaal drastisch verbouwd en vergroot. Hierdoor verviel de functie van de Lekkerkerkse boezem en daarmee de lage molens. De molen nabij de oostelijke sluis verloor haar functie dus al in 1868.
Bron: "Mensen in een waard vol wind en water: geschiedenis van de waterhuishouding …", G.P. van de Ven en F.H.J. van Aesch.
M. van Cappellen, 30 juli 2010.
MOLENAARS:
Teunis Slingerland (c1806 - ?) in 1829 (en op 30 juni 1860 ).