- bouwjaar
- bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De fa. Nabuurs is eigenaar sinds 2010.
- geschiedenis
-
De herkomst van deze molen, overduidelijk tweedehands, staat niet vast. Jarenlang werd verondersteld dat dit de voormalige vijzelmolen P van de Zuidplas (onder Waddinxveen) was, maar dit is niet juist gebleken: deze stellingmolen moet in 1869 te Katwijk-Linden gebouwd zijn maar de molens van de Zuidplas bleven nog tot 1876 in bedrijf. Pas daarna werden zij voor de sloop verkocht.
Het misverstand is vermoedelijk ontstaan door het volgende: Joseph van der Steen, afkomstig uit Katwijk, kocht in 1877 Zuidplasmolen P aan, maar herbouwde die niet te Katwijk, maar in Venlo (waar hij zich later ook vestigde).
Het raadsel waar deze molen dan wél vandaan komt, is daarmee niet opgelost. Het achtkant, met zijn opvallende blokkeelconstructie, lijkt behoorlijk oud.
In Katwijk was Antoon Jetten jarenlang molenaar. Zijn zoon Piet nam de molen in 1920 over; diens schoonzoon J. van Kempen werd in 1951 eigenaar.
In 1957 onderging de molen een restauratie. Daarbij werd het uiterlijk grondig gewijzigd: van de tot dan toe met hout beklede molen werden zowel romp als kap met riet gedekt, hetgeen het aanzien van de molen totaal veranderde.
Of de molen daarna nog heeft gemalen of alleen maar gedraaid, is niet duidelijk: eind jaren '60 was de toestand nog behoorlijk; daarna werd het slecht. Toen in 1983 de roeden werden gestreken, waren stelling en staart al grotendeels verdwenen.
In 1985/86 volgde een zeer noodzakelijke restauratie: nieuwe kap, gevlucht, stelling, tafelementen en rietbedekking.
In juni 2009 werd deze molen te koop gezet, om ruim een jaar inderdaad te worden verkocht. Nieuwe eigenaar werd de fa. Nabuurs (die zijn naam eer aandeed, want naast de molen gevestigd).
In mei 2015 begon molenmakerij Beijk met een ingrijpende restauratie, eigenlijk meer een reconstructie met het doel, het uiterlijk van vóór 1957 terug te krijgen. Romp en kap kregen weer een houten bekleding in plaats van riet. Dat hield ook de terugkeer van de karakteristieke spruitkisten op de kap in. Verder heeft men de verankering van de stelling naar oude foto's gereconstrueerd. Beide roeden werden gestreken om na reparatie weer te worden gestoken.
Over het merkwaardige uiterlijk is een theorie in omloop: er is beweerd dat de molen hier in eerste instantie herbouwd zou zijn als beltmolen. Bij een latere verbouwing (waarbij de molen onder de nieuwe stelling de functie van woonhuis kreeg toebedeeld) zou o.a. het gevlucht fors te zijn ingekort. Dit lijkt niet juist: een beltmolen met een vierkante onderbouw is niet bepaald logisch, inkorten van een vlucht evenmin.
Wel blijft dit, met het rechtsteeks op de onderbouw geplaatste achtkant, qua uiterlijk een zeer merkwaardige molen.