MOLEN R 6 1904 - 1923/1924

De laatstgebouwde Rouveense molen stond aan de Lichtmis, iets ten noorden van het huidige gebouw van de Coöperatie "De Samenwerking". De molen - een lage achtkante stellingmolen - werd in 1904 gebouwd voor Gerrit Massier, die afkomstig was uit Nieuwleusen, met gebruik van een molen uit Ruitenveen.

Hij hield deze windmolen niet lang in zijn bezit, want reeds in 1907 verliet hij Rouveen. De nieuwe eigenaar, Gerrit Helmus van der Vegt, vroeg in 1910 toestemming voor het plaatsen van een petroleummotor. Dit verzoek werd op 10 september 1910 door het College van B. en W. der gemeente Staphorst ingewilligd. Molenaar Van der Vegt, die zich in 1902 in Rouveen gevestigd had, zou aanvankelijk molenaarsknecht geweest zijn op molen R 5.

De windmolen werd omstreeks 1921 aangekocht door de in 1903 opgerichte coöperatieve vereniging "De Samenwerking". Deze coöperatie richtte aan de zuidzijde van de molen een stenen gebouw op, waarin een machinale maal- en transportinrichting werd aangebracht. Het lot van de molen was hiermee bezegeld: in juni 1923 stond hij nog zonder wieken, terwijl korte tijd later de romp werd gesloopt, waarbij bepaalde bruikbare houten onderdelen verwerkt werden in een in aanbouw zijnd woonhuis in de onmiddellijke nabijheid.

Bron: “Molens in de Gemeente Staphorst”, J.A. Rossing in ’t Olde Staphorst 6 (1985) nr 2, blz. 80.