Afgezien van de Buitenmolen van Tiel, die inderdaad buiten de stad lag, bevonden alle stedelijke korenmolens zich op een verhoging in een hoek van de stadsmuur, zodat zij aan drie kanten vrij stonden. Met het oog op de overheersende windrichting ging de voorkeur uit naar de westkant van de stad.
Alleen de molen van Asperen en de Gasthuismolen in Tiel stonden in het noord-, respectievelijk zuidoosten. In Tiel bevond de Binnenmolen zich al in het zuidwesten, terwijl de ligging van de Gasthuismolen aan de Waal oook grote voordelen had.
Bron: onbekend.
-----
Dordrechtsche Courant 3 feb. 1855:
"Te Tiel ontstond dinsdag nacht een hevige brand in den windkorenmolen van den molenaar van Floresteijn, even buiten die stad. In weinige uren was het geheele gebouw een prooi der vlammen en leverde zulks in het midden van den nacht een trotsch en verheven schouwspel op. De molen was voor brandschade verzekerd, terwijl de oorzaak van den brand niet bekend is."
Jaap de Vries, 28 feb. 2009.
-----
Willem Gerrit van Florestein (1816-1904) was eerst molenaar te Lienden (1845), later molenaar te Drumpt. In 1857 wordt hij vermeld als landbouwer te Drumpt.
Bauke Jansen, 3 nov. 2016.
-----
De molen staat al op de kaart die Jacob van Deventer in ca. 1560 van Tiel en omgeving maakte.