In 1858 verkreeg Gerrit Jan Reinink, landbouwer te Anerveen, toestemming tot het oprichten van een windkorenmolen op het perceel sectie F-1636 (G.A. Gramsbergen, nr 654 d.d. 17-02-1858). In 1859 was deze molen in ieder geval maalvaardig en in bedrijf, getuige een missive inzake herijk van maten en gewichten aan de molenaars B.J. Kamphuis, G.J. Snel en G.J. Reinink (G.A. Gramsbergen, nr 672 d.d. 26-10-1859).

Nog geen vijf jaar later ging het mis: op Nieuwjaarsdag 1864 werd de molen door brand verwoest. De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant meldt: "Hedenmorgen is de koren- en pelmolen van G.J. Reinink te Anerveen geheel afgebrand. De oorzaak is onbekend". Omdat de molen voor ƒ 4000,-- was verzekerd, kon Reinink op dezelfde plek een nieuwe molen bouwen.

Op 8 oktober 1867 verkocht Gerrit Jan Reinink de molen aan zijn broer Hendrik, omdat hij inmiddels molenaar en winkelier in Lutten was geworden. Hendrik Reinink overleed in 1879, waarna zijn zoon Jan de molen verkreeg.
In 1881 vertrok Jan Reinink naar Lutten, waar hij molenaar werd op de molen van zijn oom, de al genoemde Gerrit Jan. Nieuwe eigenaar van de Anermolen werd Albertus Bos, inmiddels getrouwd met de weduwe van Hendrik Reinink. Hierna volgden als eigenaren nog Hendrik Lenters (1893 - 1939) en daarna diens zoon Willem (1939 - 1978).
Onder die laatste eigenaar was de windkracht al niet meer gebruikt, stond de molen sinds 1934 met één roede en in of vlak na 1941 volgde onttakeling tot romp met kap.

In 1978 kocht de gemeente Gramsbergen de enig overgebleven molen op haar grondgebied om deze te behouden en te laten restaureren.
Restauratie vond in 1981 plaats en de molen werd kort daarna in eigendom overgedragen aan de Stichting De Aner Molen. Tevens verzorgt deze stichting de exploitatie en het beheer van de molen. 

De molen draait geregeld waarbij soms wordt gemalen.