- bouwjaar
- verdwenen
-
verbrand
- afkomstig van
- voorganger
- geschiedenis
-
In 1897 was er sprake van een brand in de molen van J. Huizing aan de Molenstraat. De molen werd echter wel weer in bedrijf gesteld, maar ook in 1900 waren de weersomstandigheden in het nadeel van de molen. Op 20 augustus 1900 was er sprake van blikseminslag. Deze molen was een rietgedekte achtkante bovenkruier, waarvan de in 1900 nog aanwezige onderbouw aangaf dat het een forse molen moet zijn geweest.
In de Provinciale Drentsche en Asser courant van 20 augustus 1900 verscheen het volgende bericht: “Heden morgen woedde boven deze streken al weder een hevig onweder. Te ongeveer kwartier voor negen sloeg de bliksem in den grooten, flink betimmerden windkorenmolen van den heer Jan Huizing alhier. Te beginnen bij een der wieken, daalde de vonk recht naar beneden, door het geheele gebouw heen, en doorboorde nog een wagen, onder er in staande. Niemand was in den molen, die stilstond, maar spoedig gewaarschuwd, klommen belanghebbenden naar boven en haalden van daar nog een paar bascules en gewichten. Meteen brandde het dak evenwel reeds op meerdere plaatsen en ofschoon dit vuur zich snel uitbreidde, toch waagde men het nog, doch met gevaar, een paar vrachten koren, onder in het gebouw, te redden. Lang niet alles kon evenwel naar buiten worden gehaald; het overige werd, met den molen, een prooi der vlammen. Van den laatste bleef alleen het onderste muurgedeelte staan. Molen en aanwezige koren waren verzekerd bij onderlinge molenverzekeringsmaatschappij te Utrecht. Gelukkig was er zeer weinig wind, zoodat de belendende gebouwen geen last leden.” De molen werd nooit meer opgebouwd.
Jan Huizing overleed in 1915, zijn zoon Geert is nadien nog enige jaren molenaar geweest op de molen te Weerdinge.