bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

Het moleneinde dankt zijn naam aan de molen, die stond nabij de driesprong met Lheeweg en Zuidenpad (thans Zuidenweg). De molen heette "de meule van Veeze" naar de eigenaar Jan Veeze, die de molen steeds verhuurde, laatstelijk aan Scholte. Toen de molen op de avond van 27 Maart 1919 zonder aanwijsbare oorzaak afbrandde, werd de molenaar Scholte er op aangekeken.

Op de voorgrond staat het huis van ontvanger Albert Prakken. De deur in de rechterhoek was de ingang van het ontvangerskantoor.
J.N.J. Vondeling


29-03-1919: Prov. Drentsche en Asser courant
Dwingeloo. Donderdagavond te negen uur brandde de windkorenmolen, ook ingericht als houtzaagmolen, eigenaar de heer J. Scholte, af; hoogstwaarschijnlijk door het warm loopen der as.