bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
De molen behoorde tot het Vorstendom Thorn, dat bestond van 992 tot 1794. De molen van Leveroy maakte in 1244 deel uit van goederen die verdeeld werden tussen de abdis van Thorn en het kapittel van het klooster. De molen lag nabij de 'Koalder' en de Slagmolenbrug te Beaxem, en nabij boerderij Oudenhoff of De Oude Hof.

In 1252 liet een zuster Elisabeth genaamd, die zuster was in het klooster van Thorn, al haar goederen na aan het klooster, tot heil van haar ziel en die van haar medezusters te Thorn.
Onder deze goederen bevonden zich twee molens, de molen van Ittervoort en de molen van Grathem.

In 1293 maakte de molen van Leveroy opnieuw deel uit van te verdelen goederen, nu te verdelen tussen Johannes van Leverlo en zijn zusters Ekenrade en Margaretha van Leverlo.

Op 20 maart 1331 berichtte Johannes, plebaan vn Thorn, aan de aartsdiaken Reynald, dat Elisabeth vanLeijverloe, weduwe van Johannes van Leijverloie, gemaand is, op straffe van excommunicatie, de erfpacht te betalen staande op de molen van Leijveroy.

Op 28 maart 1331 nam de aartsdiaken actie tegen Elisabeth, de weduwe van Leijverloe.
De weduwe en haar vier zonen kregen nog een week de tijd om de achterstallige erfpacht te betalen aan Vrouwe Margaretha van Petersheim, de abdisse van Thorn. Op 2 januari 1332 was de schuld nog steeds niet voldaan. De schuld bedroeg: 6 malder en 2 sextarrii rogge.

Informatie ontleend aan "De molens van Stramproy", deel I door J. van de Winkel, 1987.
-----

Op de kadasterkaart 1811-1832 is de molenkolk bij de Molen Brug nog zichtbaar.