- bouwjaar
- bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
- afkomstig van
- omwentelingen
- eigendomshistorie
De gemeente Maasgouw is eigenaar sinds 2007, daarvoor was dat de vm. gemeente Heel sinds 1997, daarvoor A.P. Verlijsdonk, daarvoor J.H. Niessen.
- geschiedenis
-
Deze standerdmolen staat niet op zijn oorspronkelijke plaats: eerder stond de molen in Heel en was daar in 1791 gebouwd. Bouwheer was Matthijs Timmermans, later werd de molen eigendom van de koopman Gerard Vissers.
In 1856 kreeg Vissers toestemming van het provinciaal bestuur om zijn windmolen naar Beegden te verplaatsen. Hij kocht daarvoor in hetzelfde jaar een stuk land 'Aan het Mulleven' van Anna Maria Schreurs, die het perceel eerder van de slager Jan Puts uit Beegden had gekocht.
Toen deze molen in 1857 in gebruik werd genomen, werd zijn standplaats aangeduid met 'Aan het Molenven'. Vissers verpachtte de molen aan Frans Bongaerts, die in 1864 eigenaar werd. Bij boedelscheiding in 1906 werd diens zoon Hubert eigenaar. Hij woonde in het dorp omdat er bij de molen toen nog geen woning stond.
In 1913 verkocht Hubert Bongaerts de molen aan Gerard Houtakkers, landbouwer te Heel. Daarna werd Mathieu Hoex, molenaar te Panheel, eigenaar. Hij stond van 1920 tot 1927 op de molen, die toen werd overgenomen door de N.V. Maatschappij tot exploitatie van onroerende goederen Libra, gevestigd in Heythuysen. Aan het einde van de jaren twintig werd de molen gepacht door Johannes Hubertus 'Sjeng' Niessen, die in 1940 ook eigenaar werd.
In 1928 werd, waarschijnlijk door Sjeng Niessen zelf, de voet van deze oorspronkelijk open standerdmolen voorzien van rondgaande muren en een paraplu gedekt met asfaltpapier, waardoor het een gesloten standaardmolen werd. In die tijd was de borst met eikenhouten schaliën gedekt.
Niessen was na het overlijden van zijn vader reeds als 14-jarige jongen op de watervluchtmolen van Maasniel werkzaam geweest. Hij verbleef daar van 1914 tot 1927 en leerde van zijn oom Sjang zowel het malen als het slaan van oliezaad. Niessen is voor zover bekend de laatste Limburgse molenaar die het vak van olieslager nog heeft uitgeoefend. Zijn vader was destijds molenaar op de windmolen van Papenhoven, waar schors en koren werd gemalen.
Niessen liet een woonhuis naast de molen bouwen en breidde zijn bedrijf met een magazijn uit, waarin een elektrisch hulpgemaal met een koppel 14der stenen werd geplaatst. Op het einde van de jaren vijftig werd deze maalstoel vervangen door een kleine hamermolen van het type Econoom, geleverd door de firma Jaspers uit Aarle-Rixtel.
Tijdens de bevrijding in 1944 liep de molen geen schade op, de dorpskerk daarentegen werd verwoest. Volgens Niessen lag het dynamiet klaar, maar bleef de molen gespaard, omdat de Duitsers onder vuur kwamen te liggen en zich snel terug moesten trekken. Niessen zelf was op dat moment niet in het dorp, maar elders gedwongen voor de Duitsers werkzaam. Hij nam zijn molen weer in bedrijf, nadat hij een paar zeilen had kunnen overnemen van een collega, wiens molen wél verwoest was!
In 1950 kreeg de molen een herstelbeurt en werden de twee stroomlijnwieken aangebracht.
In 1968 onderging de molen een omvangrijke restauratie: de fa. Adriaens vernieuwde twee hoekstijlen, waterlijsten, trapbalk, stormeind, windpeluw, staart en kruihaspel. Kap en stormeind kregen weer met eikenhouten schalieën. Beide roeden, de buitenroede nieuw, werden Oud-Hollands opgehekt. De molen, die altijd al fraai was geweest, werd op deze manier zo mogelijk nog fraaier.
De molen stond na de ingebruikname van de hamermolen reeds verscheidene jaren stil en werd ook na de restauratie niet meer gebruikt. Wél draaide Niessen zo af en toe.
Op de molen hing vroeger een steenreep (een dik touw om de stenen van de achtermolen mee open te leggen); deze zou afkomstig zijn van een Engels vliegtuig dat in de oorlog ergens in de buurt van de molen heeft moeten landen. Helaas is dit touw bij de laatste restauratie verdwenen.
Een opmerkelijk detail is de antieke bronzen sleutel van de toegangsdeur: lengte ca. 25 cm.!