Volgens gegevens in de Collectie Van Leeuwen (aantekeningen Nieuwenhuijs), Archief nummer 1055 van het Streekarchief Zutphen en omstreken, werden in 1684 bij de oprichting van de hervormde gemeente Laren (Gld) ingeschreven (o.m.) Gerrit Arentsen, "Mulder in Dochteren", en Maria Lubberts.
Dit zijn mogelijk man en vrouw, en zouden dan dezelfde personen kunnen zijn als Gerrit Arendzen Nieuwenhuijsen en Maria Hoentjen, die beiden overleden vóór 28 mei 1744, in een akte van die datum genoemd worden.
In deze akte treden hun kinderen en erfgenamen op. Een zoon, Johannis Nieuwenhuys, was in 1743 koopman in wijnen te 's Gravenhage (Oud Archief Gemeente 's Gravenhage 639, acte d.d. 22 juli 1743

Mgr. D. van Leeuwen, 21/25 aug. 2006.

Op blz. 80-83 staan notities over molens in en om Laren (Gld). Van "Mientjemeuje Heuvel" (Mevrouw M. Beuzel - Koelman) wordt het dagboek geciteerd,
"Gisteren den 9den (juli 1870) was het een bijzondere hitte waar een geweldig onweer op volgde; wij vreesden doch niet ten onrechte want dicht bij ons is de molen te Groot Dochteren getroffen en werd een prooi der vlammen en ligt thans in puin. Er was geen blusschen aan ofschoon het aan hulp niet ontbrak."
ca. 1916 werd de stenderkast verkocht aan de CLHV "Laren" (de cooperatie).
Mgr D. van Leeuwen, 14 feb. 2008.

10-05-1928: Algemeen Nederlandsch landbouwblad, 
Wegens Hemelvaartsdag is de molen te Groot-Dochteren volgende week Woensdag na den middag geopend te Groot-Dochteren volgende week Woensdag na den middag geopend in plaats van Donderdag.

Vóórdat deze molen gebouwd werd was er al een molen anno 1832, die in 1870 door de bliksem werd getroffen.
De molen werd weer herbouwd, en heeft daarna nog tientallen jaren koren gemalen.
Omdat de omringende bossen te hoog werden kreeg de molen te weinig wind, waarna de molen gedeeltelijk werd afgebroken.