- trivia
Op de foto is te zien de watermolen van de Stadspolder met links de molenmakerswerf van Westra. De opgetafelde roede zou, volgens J. Wüst uit Leeuwarden, bestemd zijn voor de Marssumermolen, terwijl de twee ijzeren assen naar molens te Vrouwenparochie en Schrins gingen. De personen op de foto zijn v.l.n.r. mevr. J. Siderius-Westra, mevr. A. Bakker-Westra, Jarich Westra en zijn zoons Siebe, Hendrik en Jan.
Bron: De Utskoat nr. 40, dec. 1985.
-----
1481 "Kontract van de Polder buiten het Oost van Franeker" [= Stadspolder], proces-verbaal van de bijeenkomst van de eigenaren en de gebruikers in het beoogde poldergebied, waarbij wordt besloten tot de bepoldering, 1807. Met staat van de grootte der landerijen en de te betalen maalgelden, 1808. Gedrukt. 1 katern.
In 1902 dienden A. Draisma de Vries en andere belanghebbenden bij het provinciaal bestuur het verzoek in tot oprichting van een waterschap "De Zuiderpolder onder Franekeradeel en Franeker". Door samenvoeging van een zeventiental polders en het toepassen van stoombemaling zou een aanmerkelijke verbetering van de waterbeheersing bereikt kunnen worden, meende men. Ongeveer tezelfdertijd bereikte de provincie een verzoek van een groep belanghebbenden die een waterschap "Steenen Molen" (deels het gebied beslaande van de particuliere "Stadspolder") opgericht wilde zien, met deels hetzelfde grondgebied. Na enig overleg besloten beide groepen te gaan samenwerken. In 1905 kwam het waterschap uiteindelijk tot stand, nadat op het laatste nippertje het grondgebied nog iets was uitgebreid.
In de eerste jaren na 1905 werden belangrijke werken uitgevoerd: aan de Tzummervaart verrees een stoomgemaal, dat de bestaande windmolens overbodig maakte. Deze werden overgenomen van de respectieve eigenaren en verkocht.
Bron: archief van Waterschap De Zuiderpolder bij Franeker, (1807) 1905-1976 (1977), Archiefnet.
-----
"Mijn grootvader had ook een molenmakerswerf en wel op Zevenhuizen bij Franeker. Naast het huis stond een stellingmolen. Die was er al in de tweede helft van de 18e eeuw. Er werd run mee gemalen voor de leerlooierijen en later werden er ook kantstenen en 4 stampers in aangebracht voor cementfabricage; bovendien is er ook nog hout mee gezaagd, maar in 1806 werd het een watermolen die voortaan de Stadspolder moest bemalen.
Toen in 1905 de Zuiderpolder werd opgericht, werd de Stadspolder daarin opgenomen met als gevolg dat de molen in verval raakte en 3 jaar later, toen ik werd geboren, door de moker werd vernietigd."
Bron: "Met een oud-molenmaker op karwei, herinneringen van wijlen Hendrik Westra Kzn.", art. door Gerben D. Wijnja in De Utskoat nr. 40, dec. 1985.