Koren- en pelmolen van Eelke Ymessen, een rietgedekte achtkante stellingmolen op een wit houten onderstuk en met een rietgedekte kap. Beide roeden waren oudhollands opgehekt. Gebouwd in 1780. De grootte van het perceel was 250 m2.

In 1832 was IJme Johannes IJmezen, pelmolenaar, te Franeker eigenaar. In 1856 kreeg J.S. Sytsma, weduwe van Y.J. Ymessen, vergunning tot het inrichten van haar pelmolen tot korenmolen.

In 1876 waren de gebr. Ymessen eigenaar, terwijl hij in de 20e eeuw in handen kwam van de molenaars Pieter en Kornelis Piebes van Rozendal uit Franeker en Sint Jacobiparochie.

In 1900 vroeg de wed. E. Ymessen (E. Ymessen overleed in 1899) te Vijfhuizen onder Franeker een molenaarsknecht.

In 1909 werd de molen geveild, hij was toen in gebruik bij mej. de wed. E. IJmessen en kinderen en had toen drie koppel maalstenen en een pelsteen. Op afbraak verkocht aan S. de Visser te Makkum.

Laatste eigenaar Rozendal. De molen werd gesloopt in 1926. (dit klopt dus niet)

Publicaties:
- Langs oude Friese windmolens. G.D. Wijnja. Leeuwarden 1977.
- Molens in Friesland in oude ansichten, deel 2 nr.11 boven. D.M. Bunskoeke en P. Timmermans. Zaltbommel 1982.
- De Molenaar: 11 april 1900, 15 september 1909, 20 januari 1926.
- Leeuwarder Courant: 15 februari 1856, 3 september 1909, 2 september 1950 (gem.).
- Franeker Courant: 10 en 17 mei 1968 (gem.).
- Informatie van Saskia Steinhorst.
- Informatie van Dick Bunskoeke, 23 okt. 2010.

15-10-1940: Franeker courant
Wed. IJ. IJmessen deelt mede, dat zij haren Pelmolen thans ook heeft ingericht voor het malen van Rogge, Weit en Beestenvoer.

06-01-1942: Franeker Courant

Op 5 Julij werd de molen van Gebroeders IJmessen op Zevenhuizen tweemaal door den bliksem getroffen. Een der broers werd daarbij getroffen en raakte bewusteloos, doch kwam later weer bij. Er was op twee plaatsen brand in het rietdek ontstaan, doch dit kon spoedig worden gebluscht. Ook werd op dien dag de timmerwinkel van P. Alkema op 't Westvliet door den bliksem getroffen, waarbij weinig schade ontstond. Ook de rog- en pelmolen van B. Bruinsma, aan den oostkant der stad en een poldermolen op Zevenhuizen werden getroffen.