bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De Paltrok werd in 1855 door/voor molenaar Daniël Harkes Hoogterp (boerenzoon, schoonzoon van houtzaagmolenaar Ane Hendriks Molenaar uit Almenum, 16 dec. 1796 - 15 sept. 1875) en Johan Hendrik Wilhelm van Loon (houthandelaar en schutter, 1820 - 3 sept. 1892) gesticht op de plek waar voorheen zaagmolen De Hoop stond.

Daniël en Johan waren al eigenaren van de naastgelegen zaagmolen Het Fortuin (Tenbruggencatenummer 01423).

De molen is mogelijk van elders naar Harlingen overgebracht. Ter plaatse sprak men van De Poltrog, maar uit advertenties blijkt dat de naam De Hoop was. Er werd weer gebruikt gemaakt van de nog bestaande houtkolk van de voorganger De Hoop.

Al in 1856 deed Johan zijn halve aandeel in beide molens over aan Daniël en koopman Laas Tjardus Houtsma.

Op 15 sept. 1875 overleed Daniel Harkes Hoogterp, De Hoop werd toen samen met Het Fortuin gekocht door Sijtze Beitschat, zoon van Simon (zie o.a. De Valk). Al in 1878 werden beide molens gekocht door timmerman Romke Gaeles Fokkema. De zaken gingen echter niet goed want op 17 mei 1881 werd Romke failliet verklaard.

Uit de failliete boedel werden in 1881 beide molens, twee huizen, een houtschuur en een weiland gekocht door Charles Jacques Anton Alexander Charles Canter Cremers, die er tot 1890 mee heeft gezaagd.

Na 4 jaar stilstand werd omstreeks 1894 De Hoop omvergetrokken en gesloopt, en grotendeels vertimmerd in zijn buurman Het Fortuin.

Bronnen:
- Fries Molenboek van 1971, pag. 36/37, artikel door S.J. van der Molen. Verzameling E. Zwijnenberg.
- Molens in en om Harlingen een rijke historie, door Tj. Severein, 1990. En Aanvullingen en correcties ... daarop, 2006. Verzameling H. van der Kaay.
- molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016