Omstreeks 1697 werd even benoorden de rogmolen aan de Noorderweg (Tenbruggencatenummer 03029 c) een peldegarstmolen gesticht. De eerste molenaar was van 1697 tot 1727 Nanne Bouckes.
Op 13 maart 1751 verzocht de toenmalige molenaar Jacob Bartels (mogelijk een broer van de rogmolenaar Harmen Bartels) van de betaling van de Taux te mogen worden ontheven, omdat de molen te weinig opbracht en zou moeten verdwijnen indien de regels strikt werden gehanteerd. Het verzoek werd, na onderzoek van de hoofdcommies Binkes, toegestaan, en de opzichters bij de rogmolen moesten voortaan ook de pelmolen controleren.
In november 1860 verkocht de eigenaar-gebruiker Tjalling Lijkles Lijklema de pelmolen op afbraak.
Bron: "Geschiedenis van het Bildt" deel 2 1700-1795 door H. Sannes, artikel in De Utskoat nr. 101. Met dank aan H. van der Kaay.