bouwjaar
bestemming

Bemalen van de polder Balkend, thans op vrijwillige basis

omwentelingen
geschiedenis

Op 13 juni 1841 besluiten de eigenaren en gebruikers van de landen tussen de dorpen Finkum en Hijum, resp. De Finkumervaart en de Hijumervaart hun landerijen in te polderen. Al in oktober 1841 is de nieuw opgerichte molen maalvaardig en kan aan het einde van het jaar 1845 de rekening van de stichtingskosten worden opgemaakt: deze bedroeg ƒ 3.804,63½. Het grondgebied was daarmee 150 bunder (hectaren) uitgebreid.

In 1974 ging de polder Balkend op in het boezemwaterschap “Tusken Waed en Ie”.

Oorspronkelijk kon deze molen alleen uitmalen. Na de zeer droge zomer van 1911 heeft men ook inmalen mogelijk gemaakt. De hiertoe benodigde extra schuif is nog aanwezig, maar de sloot waarnaartoe werd ingemalen is inmiddels gedempt. Eventueel kan door middel van deze schuif nog worden rondgemalen.

Na jaren van stilstand en verval volgde in 1971/72 een grote restauratie, die de molen geheel maalvaardig maakte. Ruim 10 jaar later zorgde een storm opnieuw voor roedebreuk en het duurde even voordat dit was hersteld.

De omgeving van de molen is sinds 2013 veranderd omdat de Noordelijke Elfstedenroute bevaarbaar is gemaakt. De vaart is verbreed, er is beschoeiing aangebracht en een boom verwijderd.

Het Wetterskip Fryslân heeft deze molen in 2006 bestemd tot reservegemaal in geval van ernstige wateroverlast.