- bouwjaar
-
of eerder
- bestemming
Vh. het malen van graan, thans buiten bedrijf
- voorganger
- omwentelingen
- eigendomshistorie
In 1963 verkocht de familie Hiddema de molen voor de symbolische ƒ 1,-- aan de toenmalige gemeente Westdongeradeel. In 1994 droeg de gemeente, inmiddels Dongeradeel, de molen over aan de Stichting Monumentenbehoud Dongeradeel (thans heeft die stichting ook een iets andere naam).
- geschiedenis
-
De molen van Holwerd werd in 1713 bemalen door de gortmaker Nuttert Sijmons, die het bedrijf in 1718 overdeed aan Heert Pijters. Deze maakte tien jaar later plaats voor Harke Sipkes. Vijf jaar later, 1733, nam Jan Siewerts de molen over en bemaalde hem tot zijn dood in 1752. Zijn weduwe nam de zaken waar voor hun toen nog minderjarige zoon Sijvert Jans, die in 1754 zijn vader opvolgde. Reeds in 1764 deed hij zijn bezit over aan Ids Lieuwes. Met hem kwam er wat rust in het frequent wisselen van eigenaar, want Ids heeft in ieder geval tot ca. 1806 in Holwerd het beroep van molenaar uitgeoefend.
In het midden van de 18e eeuw heeft de molen enige veranderingen ondergaan. In het reëelkohier van 1747 is te lezen, dat voor dat jaar de belasting was verlaagd "omdat het gemaal niet was als tevoren". Wat er precies aan de hand is geweest blijft onduidelijk, maar wel is bekend, dat het bedrijf in de loop van het volgend jaar op 2/3 van zijn capaciteit werkte. Vermoedelijk zijn toen de roggestenen buiten gebruik gesteld en werkte de molen nog slechts alleen als pelmolen. In 1750 schijnt die omschakeling een feit te zijn geworden, want de kohieren van dat jaar bevatten de opmerking: "De rogstenen zijn uit de pelmolen genomen".
In het begin van de 19e eeuw treffen wij Luitje Jans van der Meulen aan als molenaar. Hij overleed in 1826 en zijn weduwe Nieske Kadijk uit Pieterburen zette de zaak voort tot haar dood in 1841. De molen kwam aan Gerben Willems Hoekstra uit Zwaagwesteinde, die in 1892 werd opgevolgd door zijn ongehuwd gebleven zoon Rein. Deze deed in 1909 de molen over aan de uit Bierum afkomstige molenaar Henricus Hoeksema. Hoeksema trok zich in 1948 op 70-jarige leeftijd uit het bedrijf terug en liet de zaken over aan zijn zoon en naamgenoot, die de molen bemaalde met zijn zwager Pier Feddema.
De huidige bovenas werd in 1910 gekocht bij de bekende molenhandelaar De Boer te Oostzaan en kort na het steken in Holwerd doorboord ten behoeve van zelfzwichting op de binnenroede.
In de veertiger jaren gingen de zaken slecht door de snelle opkomst van meelfabrieken, terwijl de pellerij vooral na 1945 sterk achteruitging door het fors teruglopen van het gebruik van karnemelksepap. Hoeksema en Feddema zagen dan op den duur ook geen kans meer om hun bedrijf in stand te houden en in 1954 verkochten zij de molen met een bezwaard hart aan de firma L.O. Hiddema, die hem als opslagplaats gebruikte. Het binnenwerk werd vervolgens grotendeels uitgesloopt.
Er volgde onmiskenbaar een periode van verval. Op 25 juni 1963 nam het gemeentebestuur van Westdongeradeel het besluit om voor het symbolische bedrag van ƒ 1,-- de molen van de familie Hiddema aan te kopen. In 1970 liet de gemeente een grote uitwendige restauratie uitvoeren.
Met dat herstel was de molen uiteraard alleen draaivaardig: maal- en pelwerk waren er immers niet meer.
In 1980 werd een nieuw binnenwerk aangebracht, waarvan de stenen afkomstig waren van de in 1943 gesloopte molen De Bazuin te Harlingen.
In 1994 kreeg de molen een nieuwe windpeluw en roeden en in 2000 een nieuwe staart.
Het ondertafelement van het bovenachtkant is op geringe afstand binnen de buitenomtrek van het onderachtkant gelegen. Het luiwerk onder het spoorwiel dient vandaag de dag als kammenaandrijving voor de elevator. Het spoorwiel dat vrij hoog in het achtkant ligt, is aan de bovenkant voorzien van een sleepluiwerk, compleet met gaffelwiel. De beide pelspillen zijn extra verstevigd door een laag kleedhout, welke met houten toognageltjes is aangebracht.
De wijze waarop de stellingschoren onderin zijn verankerd is ook bijzonder (zie één van de foto's).
Het bovenwiel is zeer zwaar en dicht uitgevoerd, met extra 'korbelen' tussen de plooistukken en opzetstukken tussen kruisarmen en vellingen. De bovenas is bij de pen voorzien van een rond aangegoten blok beton.