bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
In de leenakteboeken van 1402 staat vermeld: "De wint ende het gemael, mitsgaders de wintmeulen des karspels Aelten is als een besonder leen, aen den V.G. ende G.Z. ten Zutphenschen rechten, met een pont goet gelts te verheergewaeden, leenroerich. door Gerart Willem graeve tot Bentheim etc. opgedraegen aen Thomas Trapman, die daermede beleent is. 12 Julii 1675. enz."
Thomas Trapman was nog minderjarig, blijkens akte was zijn moeder Catharina Hartman, wed. Trapman.

Vervolgens wordt wordt opgesomd aan wie het leen opvolgend werd opgedragen, eindigend met Jan Willem Roerdink in 1799. In de achttiende eeuw werden de dwangmolens vaak verpacht aan molenaars.
Op 24 februari 1796 verscheen met betrekking tot dwangmolens een publicatie onder de kop "Vrijheid, Gelijkheid". Het recht van molendwang werd daarin aangeduid als een treurig overblijfsel van dienstbaarheid en het dwangrecht werd afgeschaft.

In 1849 werd deze standerdmolen vervangen door een achtkante houten beltmolen.

Bron: artikel De windmolens van Aalten en omgeving in "Aalten zoals het was", E.M. Smilda.
Afbeelding afkomstig van: De Gelderse Molen 2004-1.