bouwjaar
verdwenen
omgewaaid
geschiedenis
In een advertentie in de Leeuwarder Courant van 5 mei 1854 kondigden de gecommitteerden van de Jouswierster Polder de aanbesteding aan van de bouw van een achtkante watermolen van 19,50 el vlucht, alsmede een molenhuis. Volgens gegevens van A. ten Bruggencate (DHM) stond er daarvoor ook al een molen.

De molen kwam 1 km ZW van het dorp te staan, kad. bekend als Nijkerk sectie C nr. 974 (vlg. Utskoat 81: nr. 882 in 1866), en sloeg uit op de Zuider Ee. De molen zou een vlucht van 20,40 m hebben gekregen, en bemaalde 216,53 ha land.

Klaas de Graaf was hier molenaar vanaf zijn huwelijk op 20 mei 1916. Klaas woonde met zijn gezin in het nabijgelegen molenaarshuisje, onderhield de tochtsloten en had ook enige koeien en varkens voor extra inkomsten. Hij heeft dit werk gedaan tot 12 mei 1923, waarna hij verhuisde naar de "Wouden" en de heer Pieter Jepma de molen overnam. (Klaas' zoon Jelle de Graaf werd later rayonopzichter en polderbeheerder van Waterschap "Kleine Geest".)

Op 4 maart 1926 woei de molen 's morgens rond half vier omver, de windkracht bedroeg toen zo'n 8 Beaufort met uitschieters naar 10. Van de verwoeste molen verschenen bijgaande foto's in een onbekende krant. De molen werd niet meer herbouwd, doch vervangen door een elektrisch gemaaltje.

Bronnen:
- Watermolens in Oost-Dongeradeel, art. door Dick Bunskoeke (gebaseerd op Prov. inventarisatie watermolens van 18 augustus 1883) in De Utskoat nr. 49, maart 1988.
- Nogmaals de Rijksinventarisatie 1943, art. door WE in De Utskoat nr. 81, maart 1996.
- Uit de knipseldoos nr. 59, art. door Popke Timmermans in De Utskoat nr. 109, maart 2003 (vermelde Y-coördinaat is onjuist).
- De molen van Jouswier, art. door Henk Veerdig in De Utskoat nr. 110, juni 2003.