bouwjaar
verdwenen
1884 verbrand/ 1885 herbouwd 1903 onttakeld 1919 restant verbrand
geschiedenis
De eerste molen werd in 1766 gesticht door Cornelis van Scheltinga, Eysco de Wendt en Focke Hylckes Eskes.

In 1778 werd de molen door de erfgenamen van Cornelis van Scheltinga te koop aangeboden, waarop de mede-eigenaren de aandelen opkochten. Later werden Bote Eskes, en na deze H. Eskes en D.H. Andreae eigenaar. Volgens de Leeuwarder Courant waren er ook verkopingen in 1853 en 1871 (bod ƒ 4988,=) bekend, maar helaas geen namen.

Omstreeks 1875 kreeg Sijbren Tijmstra (afkomstig uit Witmarsum) de molen in eigendom, hij liet in 1878 een stoommachine bijplaatsen. De molen uit 1766 verbrandde in 1884. Hij werd herbouwd en was vanaf die datum eigendom van S. Tijmstra. In de Groninger Courant van 1885 werden as, roeden van 78 voet vlucht, of de gehele kap te koop aangeboden.

De molen De Pauw werd in 1903 ontdaan van wieken en staartconstructie, na de onttakeling ging men over op stoomkracht. De heer Johannes Pijnacker sr. liet de molen wegbreken en een nieuwe fabriek bouwen. Het middelste deel van de stoomoliemolen verbrandde in 1919, toen deze vermoedelijk eigendom was van Sijbren Tijmstra jr. Het verbrande deel werd door de firma Bosma en Dijkstra vernieuwd.

Bronnen:
- Uit de knipseldoos nr. 21, art. door Popke Timmermans in De Utskoat nr. 60, dec. 1990.
- Uit de knipseldoos nr. 23, art. door Popke Timmermans in De Utskoat nr. 62, juli 1991.
- Uit de knipseldoos nr. 25, art. door Popke Timmermans in De Utskoat nr. 64, dec. 1991.