bouwjaar
verdwenen
gedeeltelijk afgebroken
geschiedenis

D. Kooi uit Kollum diende in het vroege voorjaar van 1857 een verzoek in om te Oudwoude "aan de trekvaart nabij Huis ter Noord" een koren- en pelmolen te mogen stichten. In het voorjaar van 1858 kon D. Kooi met de bouw van de molen beginnen.

Na Kooi is de molen lange tijd bemaald door Binne van der Veen, die hem in 1921 overdeed aan de gebroeders R. en S. Hiemstra. Aanvankelijk woonde Reindert Hiemstra op het bedrijf. Na diens vertrek naar Stroobos nam zijn broer Sjoerd zijn plaats in.

In de jaren 20 kreeg de molen een dieselmotor als hulpkracht. De molen had op beide roeden zelfzwichting.

In de naoorlogse jaren konden zij het op deze wijze niet meer bolwerken en het bedrijf werd gesloten. De onttakelde molen kwam in handen van de Zuivelfabriek van Oudwoude, die hem als opslagplaats gebruikte. In 1941 gedeeltelijk afgebroken.

 05-06-1941:  Leeuwarder Nieuwsblad 

De heer Y. Hoekstra, werkzaam bij het afbreken van de molen op Huisternoord, had het ongeluk boven uit de molen te vallen. Hij bezeerde zich hierbij zo ernstig dat hij direct niet vervoerd mocht worden. Later bleek de toestand iets beter. 

Ingezonden door Caroline Schaeffer, 17 juni 2021 

 

26-06-1941: Noordbrabantsch dagblad het huisgezin,  

De groote roggemolen onder Veenklooster wordt gesloopt. Het schijnt, dat de pogingen, in het werk gesteld door particulieren en door de gemeente Kollumerland, om dezen molen voor het landschap te behouden, op niets zijn uitgeloopen.

bronnen

Bronnen:
Bron: Noord-Oost-Friese korenmolens en hun molenaars, W.T. Keune, 1970.
En informatie van Wibo Jellema.

nog waarneembaar

Garage