bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De molen staat al vermeld op een kaart van Oost- en Westdongeradeel uit 1807. Begin 19e eeuw was Thomas Jans Helder de eigenaar, boer op de zathe De Hoedemakersplaats. Dit was een groot boerderijcomplex met zo'n honderd pondemaat land achter de zaagmolen van Cornelis Helder.

Pachter van de boerderij was rond 1900 Geert Kroodsma. Op 3 oktober 1906 werden boerderij en landerijen openbaar verkocht en kwamen bij verschillende mensen in eigendom. De molen moest men gezamenlijk voor ƒ 1000,= overnemen en laten bedienen, de boerderij werd na de verkoop gesloopt.

Op 31 januari 1935 werd J. Postma als molenaar benoemd. In 1943 was D. Wiegersma de molenaar, en verkeerde de molen in redelijke staat van onderhoud. De opvoerhoogte bedroeg toen 60 cm en het waterverzet 20 m³/h.

In 1947 werd de molen buiten bedrijf gesteld, voor de bemaling kwam er een pomp met benzinemotor. Daarna werd de molen aan zijn lot overgelaten. Hij werd gesloopt in 1955 en in onderdelen bewaard op de Stadshelling, en later herbouwd buiten de stad.

Bron ondermeer: Het verhaal achter een gevelsteen: de poldermolen van de Hoedemakerspolder, art. door Warner B. Banga in De Utskoat nr. 122, juni 2006.
nog waarneembaar
Op de hoeken van de Helderstraat en de Hoedemakersweg met de Mûnedyk in Dokkum zijn in de zijmuren van de hoekwoningen gevelstenen aangebracht met de afbeelding van een grondzeiler.