bouwjaar
verdwenen
verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis

In 1716 werd een grote achtkante stellingmolen gebouwd ter vervanging van een standerdmolen. (De eerste molen was afkomstig van de Pijp-zz en werd in 1695 op deze plaats gebouwd.) Op de door François Halma in 1718 verbeterde Schotanuskaart van de grietenij Smallingerland staat deze molen als rogmolen aangegeven. 

1716: De “Eerste molen van Durksz”, zoals hij op oude foto’s aangeduid wordt, aan het begin van Moleneind ZZ, werd gebouwd in 1716 op de plaats waar later in 1902 de sigarenfabriek van Sietze Oenes Sietzema (nu het pand Moleneind 25) verrees.

Op een kaart van 1718 staat deze molen, die volgens de chroniqueur Bernardus Fabricius in 1750 een nieuwe as kreeg, aangegeven. Volgens de kronieken van Fabricius is Het Hert, zoals de echte naam was, gebouwd op de plaats van een kleinere rogmolen, die eerst ter hoogte van de Pijpbrug stond en in 1695 op rollen verplaatst werd.

Over de molen in de 18e eeuw is weinig bekend.

1828:  In 1828 verkocht molenaar Wiebe Fokes Brouwer de molen aan Abraham ten Cate, maar blijft molenaar en woonachtig in een bijgelegen huis. Wiebe kon toen een lening die hij was aangegaan bij Libbe Bokes Bosma om de molen te kopen terugbetalen.

21-04-1834: De Erven Abraham Adams ten Cate verkopen de windrogmolen inclusief het molenhuis voor f 6327,- aan Marten Jans Cornel uit Joure. Zijn toeziend voogd Liebke Bokes Bosma uit Drachten stond borg voor de aankoopsom. 

Cornel was  geboren op 25 februari 1809 als zoon van bakker Jan Martens Cornel en Grietje Petrus Keverling. 

1837: Cornel verhuurt het Hert in 1837 voor 5 jaar aan Roel Greelts Zijlstra. In hetzelfde jaar laat Jan Kornelis Gaarkeuken een run- en schorsmolen bouwen naast de boerderij van de erven Lieuwe Sipkes Durksz, nu ter hoogte van de passantenhaven. Lieuwe Sipkes Durks was getrouwd met Klaaske Oenes Sietzema, overleed in 1829, waarna Jan Kornelis Gaarkeuken in 1841 met Klaaske trouwde en stiefvader van de kinderen Antje, Sipke, Oene, Durk en Grietje werd.

31-01-1839: Cornel verhuurde de molen voor 700 gulden per jaar aan Roel Geerts Zijlstra uit Drachten. Hoe lang dat duurde is niet duidelijk

1844:  Op 26-01-1844 overlijdt Marten Jans Cornel, maar een jaar eerder heeft hij de molen al verkocht aan genoemde Gaarkeuken en kan hij zijn schuld bij deze persoon vereffenen. Volgens de Memorie van Successie die bij zijn overlijden werd opgemaakt voor de belastingdienst was hij toen geen eigenaar meer van onroerend goed. Hij werd overigens wel nog als korenmolenaar in deze acte vermeld.

1851: In 1851 koopt Oene Lieuwes Durksz de molen Het Hert van zijn stiefvader en in 1872 de andere molen van Gaarkeuken naast de familieboerderij. Beide gaan na zijn overlijden over in handen van Lieuwe Oenes Durksz. De firma O. en L. Durksz zet de oudste, overbodige, molen in 1902 te koop, en nadat Het Hert is afgebroken en verplaatst naar Rosmalen, wordt het molenerf verkocht aan Sietzema die er een sigarenfabriek laat bouwen. In Rosmalen is de onderbouw van de molen nog altijd te vinden. De andere molen van Durksz wordt rond 1940 onttakeld en daarna afgebroken.

1902: In 1902 werd 'Het Hert' (zoals de molen werd genoemd), dat toen al verscheidene jaren in eigendom was bij de firma O. en L. Durksz. buiten gebruik gesteld, gesloopt en overgebracht naar Rosmalen in NBr. en is daar weer herbouwd (onttakeld 1960). 

Bronnen: 
Tresoar - Leeuwarden toegangnr. 26 inv.nr. 32041 rep.nr. 3848 en 3853 en 26-32046-4353. 
Genealogische gegevens: Tresoar DTB 359 Ned. Herv. gemeente Joure, Westermeer en Snikzwaag doop 1743-1811 en DTB 361 trouwen 1744-1811.

Informatie van Ron Couwenhoven, 25-4-2013

Informatie van Erik Korthof, 17-01-2024