Per 1 mei 1852 nam het 4e en 5e Veendistrict De Pijlmolen over van de Oudewegster Polder. Omdat er eerst overwogen werd een stoomgemaal te stichten, werd De Pijlmolen pas eind 1857 herbouwd, 2,1 km bewesten De Beschermer. Molenmaker Hendrik de Haan stelde hiervoor een begroting op, Lubbert Egberts Smilde te Heerenveen voerde de werkzaamheden uit voor ƒ 2793,08. De molen diende als ondermolen voor het droogmaken van de uitgeveende plas.

In 1876 werd er voor molenaar Douma een huis gebouwd nabij de molen, omdat de molen zelf ongeschikt bleek als woning voor het gezin.

Molenaar waren:
- Rinze Martens de Jong
- Jan Oenes Portiek
- Hendrik Jacobus Liemburg
- Klaas Douwes Douma

De Pijlmolen bleef te Luinjeberd in functie tot eind 1890. Hij werd in 1897 voor ƒ 175,= voor afbraak verkocht aan de winterpolder van Akmarijp.

Bronnen:
- "De Âldeweister Moune deel 2", art. door Jan W. Dijkstra in De Utskoat nr. 91, sept. 1998.
- "Vier dorpen een streek", uitgave Stichting streekboek Ængwirden. Coll. Jan Kluwer.

Zie ook Vierde en Vijfde Veendistrict, molen nr. 6 (Tenbruggencatenummer 03273 h).