bouwjaar
circa
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De Windhond is gebouwd omstreeks 1716 als koren- en pelmolen als vervanger van een in 1613 gebouwde standerdmolen. Deze standerdmolen zal in die tijd wel geen naam hebben gehad.

Op 14 april 1724 was ene Jacob Meint(e)s de molenaar. Op 11 april 1725 verkocht hij samen met Auke Aukes de molen met drie koppel stenen voor 6530 caroliguldens aan het echtpaar Bouwe Giolts en Jancke Beerents uit Balk. "Een agtkantige Rogge-, Weit- en Pellmolen met drie paaren stenen daer in, samt peerd, karre en 't verdere molengereedschap [zonder huis] op de Wijkswal, staande op het Heerenveen op de Dragt." In 1763 werd Giolts ook nog genoemd.

In een advertentie in de Leeuwarder Courant van 9 november 1765 wordt De Windhond aangeprezen als "een welbeklante Weyt- en Rogmolen, zynde genoegzaam een van de alderbeste van 't gemaal en verdienste in de Provintie van Vriesland, met Huis, Praam, Karre, Peert, enz." Het verhaal wil, dat keizer Napoleon eenmaal De Windhond zou hebben bezocht.

Op 5 oktober 1862 kocht Yme Kuiper, molenaarszoon uit Kuinre (zie dbr. 677) voor ƒ 7100,= De Windhond, voorzien van twee paar maalstenen, omdat zijn vorige molen aan het Mallegat in Oldemarkt niet genoeg opbracht.

In de 19e eeuw liet Kuiper vanwege de grote concurrentie in Heerenveen een mosterdmalerij in zijn molen aanbrengen. Later verkocht hij deze weer, omdat hij specialisatie toch beter achtte.

De molen van Yme Kuiper verbrandde op 6 oktober 1880. Enkele inwoners van Heerenveen ondersteunden Kuiper financieel om herbouw mogelijk te maken buiten het centrum. Ter vervanging bouwde hij aan 't Meer De Volharding. 100.000 stenen afkomstig van de verbrande voorganger dienden als fundament.

Bronnen ondermeer:
- De voorganger van "De Windhond" te Heerenveen en andere Schoterlandse molens, artikel door W. Nijlunsing in De Utskoat nr. 25, maart 1982.
- Uit het leven van een molenaarsgeslacht, artikel door G.D. Wijnja in De Utskoat nr. 7, aug. 1977.