bouwjaar
verdwenen
1906 onttakeld 1966 restant gesloopt
eigendomshistorie

Eigenaren: 
1845 - 1853 P. Lybaert 
1853 - 1865 W. Leisenaar 
1865 - 1867 J. van Hoeve 
1867 - 1903 J. Lybaert Pzn. 
1903 - 1922 A.P. Lybaert

geschiedenis

Op 11 augustus 1840 kreeg Johannes Grootemaat uit Axel (Zvl) toestemming van de koning om een molen te bouwen op een groot perceel in het gehucht Sluiskil. Er werd aan de benedenweg een ronde stenen stellingmolen gebouwd. Naast de molen werden ook nog een opslagloods en een woonhuis gebouwd.

Jaren later werd de stelling gesloopt en werd er een aarden berg aangebracht zodat de molen een bergmolen werd. Na vijf jaar, in 1845, kwam de molen in handen van de uit Biervliet afkomstige Pieter Lybaert. In 1853 werd de molen verkocht aan W. Leisenaar. In 1867 werd Jacob Lybaert de nieuwe eigenaar.

Op 14 juli 1868 trof een hevig noodweer het dorp Sluiskil en werd de molen getroffen door de bliksem. De hevige brand werd door de molenaar zelf geblust. In 1876 woei tijdens een orkaan de kap van de molen, maar deze werd gauw daarna weer hersteld. Tot 4 oktober 1903 bleef Jacob Lybaert eigenaar van de molen en van 1903 tot 1922 was Bram Lybaert (Lijbaart in het Ned.) de eigenaar.

In 1905 (*) werden in opdracht van Lijbaart de beide roeden gestreken en werd er een dieselmotor aangeschaft, zodat het bedrijf mechanisch voort gezet kon worden.

In 1922 nam Jacob Lijbaart het roer over van Bram. In 1943 ging de zuiger van de dieselmotor kapot en werd er overgestapt op een elektromotor. In de oorlogs jaren werkte Piet de Witte als vaste knecht bij Jacob Lijbaart. In 1946 liet Jacob Lijbaart een nieuwe maalderij met pakhuis bouwen. Deze maalderij kwam tussen de molen en de oude opslagplaats te staan en had twee maalstoelen die door een 30 pk elektromotor werden aangedreven. Vanaf dat moment had de molen romp geen funktie meer maar werd door zoon Piet Lijbaart als duiventil gebruikt.

Later was er nog sprake van dat knecht Piet de Witte het bedrijf zou overnemen, maar hij durfde het niet aan. Tot 1956 hielp Piet Lijbaart zijn vader nog op de maalderij, daarna was het echt afgelopen. Vlak voordat de molen en de gebouwen rondom zouden worden onteigend vanwege de op handen zijnde kanaalverbreding, hield ook Jacob Lijbaart het voor gezien. In 1966 viel het doek definitief. Het woonhuis, de bedrijfsgebouwen en de molenromp werden afgebroken om plaats te maken voor de verbreding van het kanaal.

Bron: "Molens in Zeeland", Frans Weemaes
Mark Remmerts, 22 april 2011.