bouwjaar
bestemming

Het malen van graan op professionele basis

molenmaker
Fa. Gebr. Poland, Heerhugowaard (1925)
omwentelingen
geschiedenis

In 1620 werd door het stadsbestuur van Alkmaar aan Laurens Pietersz. toestemming verleend om op een weitje buiten de Friesche poort, aan de steenplaats in de bocht (de Driesprong), een oliemolen te bouwen.
In 1685 was deze molen al geen oliemolen meer, maar werd hij genoemd als volmolen. Na het in verval raken van de lakenfabricage werd aan het bedrijf nog een snuifkapperij toegevoegd.

De volmolen brandde in 1817 af en werd vervangen door de in dat jaar te Zaandam-Oost afgebroken pelmolen De Dordtse Maagd. Deze werd te Oudorp als pelmolen herbouwd en kreeg daar de naam 't Roode Hert.

De Dordtse Maagd was, voor hij naar Oudorp werd overgebracht, al eens eerder verplaatst. Oorspronkelijk was hij voor 1731 elders te Zaandam gebouwd als houtzaagmolen De Kat. Na in 1759 te zijn afgebroken werd hij op een andere plaats te Zaandam weer opgebouwd als pelmolen De Dordtse Maagd, waarvoor de windbrief in mei 1762 werd uitgereikt aan Cornelis van Dordt. De herkomst van de naam De Dordtse Maagd is hiermee wel duidelijk.

In 1901 werd pelmolen 't Roode Hert vanwege de veranderde tijdsomstandigheden omgebouwd tot korenmolen. Op de avond van 15 september 1924 brandde hij, als gevolg van onzorgvuldig gebruik van vuurwerk, tot de grond toe af.

Voor de herbouw werd gebruik gemaakt van de in 1924 tot stellinghoogte afgebroken pelmolen De Witte Klok te Zaandam. De windbrief voor deze molen was uitgegeven op 5 september 1748, zodat hij omstreeks dat jaar zal zijn gebouwd.
Ook De Witte Klok was op zijn oude standplaats niet de eerste molen want op zijn erf stond voor 1742 de houtzaagmolen De Reizende Man waarvan de windbrief dateerde van 1641.

In 1949 zijn in 't Roode Hert bij graafwerkzaamheden vanwege de te vernieuwen begane grondvloer de funderingen van twee voorgangers gevonden. De ene betrof een standerdmolen, de ander een kleine achtkante molen. De laatste was wellicht de fundering van de omstreeks 1620 gebouwde en in 1817 afgebrande volmolen. Dit zou betekenen dat er ter plaatse voor 1620 nog een standerdmolen heeft gestaan.

Het grenen onderachtkant is in 1925 geheel nieuw gebouwd en heeft geen ondertafelement. Op deze onderbouw staat het achtkant van De Witte Klok. Tot 1949 kruide de kap op klossen, maar deze zijn in dat jaar vervangen door een Engels kruiwerk. Het wiekenkruis bestond tot 1989 uit twee ingekorte en in 1924 tweedebands aangeschafte ijzeren roeden. Ze waren in 1900 gemaakt voor de in 1924 gesloopte achtkante scbepradmolen van de West-Abtspolder te Kethel (ZH).
In 1942 is op beide roeden het wieksysteem Dekker aangebracht waaraan in 1949 op de binnenroe Ten Havekleppen zijn toegevoegd. In verband hiermee is toen de bovenas in de lengterichting doorboord door molenmaker Ten Have uit Vorden. Dit gebeurde zoals gebruikelijk al malende met een achter aan de kap vast opgestelde boor. Het werk was in vijf dagen voltooid. Deze Ten-Havekleppen zijn te danken aan de intensieve contacten tussen de families Berkhout en Gunnewick (Vragender, Gld.). Ten Have zal inderdaad de as ter plaatse hebben doorboord of ten minste daartoe de voorbereidingen hebben getroffen. De roede is echter per spoor naar Vorden gebracht en compleet met kleppen op dezelfde wijze terug naar Oudorp vervoerd. Molenmaker Poland heeft vervolgens de zaak ter plaatse in orde gebracht.

In 1989 kreeg deze molen een zeer grote opknapbeurt, waarbij allerhande reparaties werden uitgevoerd aan de kap en ook nieuwe roeden werden gestoken.
In 2008 werd het riet op de kap en vier velden van het achtkant vervangen.

Op 17 juni 2010 brak tijdens het malen de roede met de Ten Haveklep. Gelukkig bleef deze hangen. 19 juli werden de restanten van de gebroken roede verwijderd, daarna werd ook de andere gestreken. Vervolgens is geruime tijd op de motor gemalen.

Op 10 juli 2012, dus ruim twee jaar na de roedebreuk, werden nieuwe gedeelde roeden gestoken. De fokken op de buitenroede maakten daarbij plaats voor het systeem Van Bussel. Daarna was de molen weer geregeld op windkracht in bedrijf.
In de eerste maanden van 2016 vernieuwde men vier velden riet.

In het voorjaar van 2017 heeft men, als gevolg van de problemen rond de gedeelde roeden, de molen stilgezet. Uiteindelijk zijn deze in september 2018 vervangen door nieuwe roeden, nu uit één stuk. Begin november was alles, inclusief de zwichtkleppen, zodanig afgesteld dat sprake was van een maalvaardige korenmolen.

Inmiddels wordt op de molen weer commercieel meel gemalen, voornamelijk biologisch.