Vanaf begin 19e eeuw zijn de eigenaars van de Buitenmolen bekend.
In 1887 was de molen voor 80 %, vanaf 1896 geheel eigendom van de kanunnik en directeur van het bisschoppelijk seminarie te Rolduc, Willem Everts.
In 1902 liet de pastorie van Sevenum niet ver van de windmolen een stoomgraanmolen bouwen, die Everts in 1903 overnam.
In 1918 liet Everts de standerdmolen afbreken. In 1919 verkocht hij de stoommolen door aan de kantonnier Hubert Hermans, die de molen liet ontmantelen en verbouwen tot woonhuis.