In 1558 kreeg Jacob van Deventer opdracht van Philips II van Spanje om de belangrijkste steden in de Nederlanden nauwkeurig te karteren. Op zijn kaarten van Delft uit ca. 1560 tekent hij reeds deze wipmolen, die de polder Vrijenban bemaalde. Later heette het de Klein-Vrijenbansche Polder.
Het grootste gedeelte van de polder was uitgeveend en werd in 1844 tegelijk met de plassen van Nootdorp drooggelegd en bij die polder gevoegd. In 1851 werd ook het resterende deel van de polder bij de polder van Nootdorp gevoegd en kreeg die de beschikking over de molen en opstallen.
Molenaar was Ary Huisman. De molen is in het eind van de 19e eeuw verdwenen.
Volgens het kadaster 1832 was de watermolenaar toen Arie Nelleman.