bouwjaar
bestemming

Het malen van graan, thans op vrijwillige basis.

molenmaker
J. Passenier, Domburg (1858)
omwentelingen
geschiedenis

De Abdij van Middelburg bezat al voor de Hervorming een molen in Oostkapelle, die in 1572 afbrandde. De Prins van Oranje verleende in 1577 vergunning voor de bouw van een nieuwe molen. De accijns werd vastgesteld op een jaarlijkse betaling van zes achtendelen leverbare tarwe.
De ambachtsheerlijkheid Oostkapelle kwam in 1580 in handen van de stad Veere, die echter geen recht van Maalderij had. Na dreiging een tweede molen op te richten, kreeg Veere in 1598 de molen toch in eigendom.
In 1637 werd de ambachtsheerlijkheid Oostkapelle aangekocht door Middelburg, die deze in 1679 overdeed aan mr. W. le Sage. De toenmalige ambachtsheer Mr. Johan Steengracht verkocht de toenmalige standerdmolen in 1810 aan molenaar P. Adriaanse. Door uitbreidingen langs de weg naar Grijpskerke werd de windvang ter plaatse zodanig beperkt dat deze molen gesloopt werd.

In 1858 verrees de huidige molen voor rekening van P. Koole. De eerste molenaar hier was Andries Koole. Hij was afkomstig uit Zaamslag waar zijn vader een stellingmolen bemaalde.
In 1865 werd de molen publiekelijk verkocht aan J. Maljaars, die de molen tussen 1874 en 1919 aan P. van Moolenbroek verpachtte. Vervolgens waren Jan Koene en vanaf 1950 Adriaan Minderhoud eigenaar. Diens molen te Westkapelle was in 1944 tijdens het beruchte bombardement verwoest. Later nam Adriaans zoon Willem molen en bedrijf over.

Tot 1964 werd op windkracht gemalen met een koppel 15der en 16der kunst- en een koppel 17der blauwe stenen. Het accent bij de malen verschoof in die tijd steeds meer naar het malen van veevoer en de ombouw tot maalderij volgde.
De buil op de eerste zolder werd in 1964 verwijderd, evenals het koppel 15der stenen. Op de begane grond stond een mengketel. Aan de zuidzijde is een garage aangebouwd en aan de noordzijde stond vlakbij een machinekamer met 22 PK ruwoliemotor, die via een drijfwerk door een tunnel en een tussendrijfwerk alle machines via het spoorwiel aandreef. Motor en drijfwerk, de hamermolen met 20 PK elektromotor op parterre, het elektrisch hijswerk met 3 PK elektromotor en de elevator met 1 PK elektromotor tot de eerste zolder zijn in 1964 verwijderd. De in 1968 geplaatste silo had een capaciteit van 12 ton.
Intussen werd de molen nog geregeld door Willem Minderhoud aan het draaien gebracht.

In 2003 volgde, vanwege de toen algemeen zeer matige staat, stilzetting. In de zomer van 2005 werd begonnen met een uitvoerige restauratie: met name het metselwerk is toen zeer grondig hersteld. In mei 2006 werd deze restauratie afgerond: de molen was toen weer maalvaardig met twee koppel stenen, evenals de mengketel. Op 2 juni 2007 volgde de officiƫle ingebruikstelling.
De molen is zeer geregeld in bedrijf, waarbij ook vaak wordt gemalen. Sinds 2011 is er weer een klopbuil aanwezig, zodat ook bloem gemalen kan worden. In oktober 2023 heeft men het schijfloop van het tarwekoppel, na vermoedelijk 165 jaar trouwe dienst, moeten vervangen. Het was echt 'op'. 

In oktober 2024 besloot de molenaar, de molen stil te zetten. Ook hier zat de oorzaak in de roeden: daar waren mankementen aan ontdekt. Op 5 oktober gingen de zeilen eraf en de borden eruit; de molen staat voorlopig te wachten op betere tijden. De gemeente Veere heeft het snel opgepakt en er is al het een en ander in gang gezet. 
De molen blijft ondertussen op bepaalde dagen geopend voor meelverkoop. Malen doet men zolang in Oost-Souburg en er zijn plannen om nog een andere molen daarbij te betrekken.

Opmerkelijk: enkele stellingschoren zijn dwars door muur en dak van de pal naast de molen aanwezige schuur aangebracht!