De molen heeft tenminste twee voorgangers gehad. De eerste molen was tot 1847 eigendom van W. Lam en is toen verkocht aan A. Oosterling. Deze molen is in 1849 door brand verwoest en herbouwd in 1849/50. In 1851 ging deze tweede molen in eigendom over aan W.L. van Buyten. In 1861 werd de tweede molen door een overstroming verwoest.
In 1863 werd op die plaats een derde molen gebouwd, de huidige. Eigenaren tussen 1863 en 1868 waren H. van der Meijden en W. van Herpen. Laatste beroepsmolenaar hier was W.L. Benckhuizen.

In 1973 kwam de molen in bezit van de huidige eigenaar, vrijwillig molenaar Jaap Verweij. Op dat moment stond de molen al jaren stil en verkeerde in verwaarloosde staat, ondanks een opknapbeurt in 1962.

In 1976 volgde een grote restauratie. Naast herstel van kap, wiekenkruis en maalwerk, werd de oorspronkelijke woonruimte op de begane grond en eerste verdieping in ere hersteld.
Voor de verwarming van deze ruimten heeft de molen altijd een dubbel rookkanaal gehad, die langs de buitenzijde van de molenromp gemetseld is. Sindsdien is deze molen weer bewoond, wat na de bouw ook al het geval was. De molen draait geregeld waarbij soms wordt gemalen.

Van de bovenas zijn de vulstukken opgegoten in ijzer, iets wat maar betrekkelijk weinig voorkomt.